Veilig op de pechstrook
In België mag de pechstrook enkel gebruikt worden in geval van pech, wanneer u plots onwel wordt of na een ongeval. Opgelet: het gebruik van deze zone is niet zonder gevaar. Hieronder enkele handige adviezen.
Op een pechstrook ben je niet noodzakelijk veilig. Ze is bedoeld als vluchtstrook om te kunnen halthouden na pech of een ongeval of wanneer u onwel wordt, zonder het verkeer op andere rijstroken te hinderen. Ter herinnering: de pechstrook mag nooit gebruikt worden om in te halen, sneller een afrit te bereiken of files voorbij te rijden, zelfs niet om een voertuig te slepen. Sowieso moet je een aantal veiligheidsregels in overweging nemen. Meer uitleg...
Zichtbaar en beschermd
Zet op de pechstrook altijd je waarschuwingsknipperlichten aan en trek, indien mogelijk voordat je uitstapt, je veiligheidshesje aan. Laat iedereen bij voorkeur aan de passagierskant uitstappen. Plaats vervolgens – voor zover dat veilig kan – op een afstand tussen 30 en 100 meter (op de snelweg) een veiligheidsdriehoek. Ondertussen moeten de overige inzittenden van de wagen(s) zich veilig in groep verplaatsen naar een plekje achter de vangrail, op voldoende afstand van de weg. Controleer op bruggen en dergelijke wel even of er wel een berm met vaste grond achter de vangrail aanwezig is, om een eventuele val te vermijden.
Achter de vangrail
Zelfs bij slecht weer moet je achter de vangrail wachten en niet in de wagen. Wanneer je iets moet nagaan aan de wagen op de pechstrook, hou dan voortdurend het verkeer in het oog en treuzel niet. Om je naar de dichtsbijzijnde hulppaal te begeven is het ten stelligste afgeraden om te voet over de pechstrook te wandelen – voornamelijk omdat de luchtverplaatsing gecreëerd door de snelheid van de voorbijrijdende voertuigen je uit je evenwicht kan halen. Je mag er ook niet blijven staan om met je gsm hulp te bellen – de pechstrook is nooit veilig. De overlevingsverwachting wordt op amper 20 minuten geschat.
Uitermate voorzichtig
Vermijd elke handeling of herstelling aan de wagen. Takel- en politiediensten kunnen je daarbij het beste helpen: zij zijn het gewoon om in die condities te werken en hun voertuigen zijn uitgerust met een balk met zwaailichten. Aarzel dus niet om een takeldienst te bellen, zeker niet wanneer die dienst gedekt wordt door je verzekering. Daarenboven is het verboden een voertuig langer dan 24 uur achter te laten op een pechstrook. Wanneer je toch wel weer op eigen krachten kunt vertrekken, moet dat gebeuren met een snelheid waarvan het verkeer geen hinder ondervindt.
Uitzonderingen toegestaan
Enkel prioritaire voertuigen en hulpdiensten, takeldiensten of personen die vereist zijn door het openbaar ministerie, mogen volgens de artikels 9.7 en 32.3 van het KB van 1 december 1975 over de pechstrook rijden. Op sommige delen van de Belgische snelwegen (alsook in Duitsland en Nederland bijvoorbeeld) laat de signalisatie en/of een variabel verkeersbord evenwel toe te rijden op de pechstrook tijdens de dagelijkse files (zogenoemde spitsstroken).
In principe is het niet toegelaten om aan te schuiven op de pechstrook wanneer een afrit verzadigd is. Je zou in principe verder moeten rijden om de volgende afrit te nemen. Om nog gevaarlijkere manoeuvres of situaties te vermijden toont de politie zich in zo'n geval echter doorgaans tolerant.
In het buitenland
In Duitsland, Oostenrijk, Groothertogdom Luxemburg, Hongarije en Tsjechië, zoals in België, mogen stilstaande of langzaam rijdende voertuigen in de file op de snelweg een stukje op de pechstrook rijden om een centrale corridor vrij te laten (Rettungsgasse) voor de veiligheidsdiensten. U doet er bij twijfel goed aan om het voorbeeld van de lokale bestuurders te volgen.
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!