Korte tests / Aston Martin DBS Superleggera - Britse bruut

Concept

De hyperexclusieve Valkyrie even buiten beschouwing gelaten, is de DBS Superleggera het topmodel waarmee je bij de Aston Martin-dealer kan wegrijden. De 4,71 meter lange coupé heeft dezelfde 5,2 liter-V12 met twee turbo's die werd geïntroduceerd in de DB11, maar dan met een pak meer boost voor een piekvermogen van 725 pk en 900 Nm. De 48-klepper maakt gebruik van moderne foefjes als start-stop en cilinderdesactivatie om het verbruik een beetje te drukken, maar een zuinigheidswonder is het natuurlijk niet. Het normverbruik van 13,5 l/100 km haal je dan ook enkel met een fluwelen rechtervoet. 

Met een vanafprijs van 285.907 euro staat de DBS qua prijs lijnrecht tegenover de Ferrari 812 Superfast, die voor net geen 300.000 euro over de toonbank gaat. De Ferrari is sneller, lichter en hitsiger, maar de DBS is comfortabeler, ruimer en zal minder energie vragen van de bestuurder, ook als je het tempo opvoert in een rechte lijn.

Weggedrag

Als de Vantage de sportwagen van de bende is, met de DB11 als comfortabele hogesnelheidscruiser, is de DBS een allesverslindende GT die braaf en elegant oogt én rijdt bij lage snelheden, maar zijn demonen loslaat wanneer het toerenregime omhoog wordt gegooid. Wát een vermogen heeft die V12! Bij halfgas gaan de snelheden al vlotjes richting rijbewijs kwijt, volgas durf je haast niet aan op de openbare weg. De turbo's spoelen op, de V12 gaat richting crescendo en je wordt zodanig in je stoel gedrukt dat je je volle focus erbij moet houden om niet in de decor te belanden.

Maak daarbij ook niet de fout om in een te hoge versnelling te zitten als je het rechterpedaal richting tapijt verwijst, want dan verlies je geen acceleratievermogen. Integendeel: met een langere verhouding stapelt de DBS simpelweg veel meer snelheid op zonder aan haast te moeten inboeten. Het is een indrukwekkend staaltje techniek, die bitburbo-V12, eentje met een verslavend effect. Hij maakt je bang, maar verleidt je steeds opnieuw om zijn furie los te laten en je elke keer te verbluffen met zijn 725 paardenkrachten.

Maar de Aston Martin DBS Superleggera is meer dan enkel een raket op rechte wegen, ook op de bochtige trajecten in de Eifel, waar we hem konden testen, laat hij zich niet snel van de wijs brengen. De balans zit goed en de grip is er wel, maar tegelijk kan je niet ontsnappen aan het gevoel van met een bijna 2 meter brede en 1,9 ton zware coupé onderweg te zijn. De Vantage is veel geschikter voor de kronkelende routes, de DBS voelt zich thuis op de Autobahn of op uitgestrekte, glooiende binnenwegen met een niet al te lage snelheidslimiet.

Maar haal je het mes van tussen je tanden, dan kom je tot het besef dat de DBS Superleggera meer kan dan enkel de achterwielen teisteren met zijn gigantische vermogen. Het is een comfortabele auto die zich perfect gedraagt in de stad, met een vlotte automaat en een licht stuur. De achterbank is de naam niet waardig, maar je kan er wel wat spullen op kwijt als de relatief kleine koffer niet zou volstaan. Bovendien heb je alle luxe aan boord om lange ritten lekker ontspannen te maken, zoals een Bang & Olufsen-audiosysteem, verwarmde en geventileerde zetels en zelfs een 360°-camera die inparkeren een makkie maakt. Van een spreidstand gesproken.

Verdict

Is 725 pk teveel van het goede? Ja, natuurlijk. De ratio zegt dat een DB11 met V8 even comfortabel en bijna net zo capabel is als de Aston Martin DBS Superleggera, maar toch geeft de DBS je een ander gevoel. Een gevoel dat je met de crème de la crème onderweg bent, de beste én snelste GT die je kan krijgen bij het Britse merk. Dat hij te krachtig is voor de openbare weg is niet erg, ook met het gaspedaal maar half ingedrukt rij je in een edele, exclusieve, prachtig klinkende en helaas ten dode opgeschreven V12. De ratio mag ophoepelen, de DBS is een en al emo!