Industrie en economie / Europese autoverkoop trekt verder aan in september

Volgens de statistieken van de Vereniging van Europese autoconstructeurs ACEA werden binnen de Europese Unie in de eerste negen maanden van 2015 al 10,41 miljoen nieuwe wagens ingeschreven. Dat is een vooruitgang van 8,8 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Alleen al voor september bedraagt de toename 9,8 procent. Daarmee was het al de 25e maand op rij dat de markt groeide. Als we de geografische zone uitbreiden tot IJsland, Noorwegen en Zwitserland, dan kunnen we spreken van een vooruitgang van 8,8 procent in september.

Volkswagen de grootste

Van de 1,36 miljoen auto’s die in september geleverd werden in Europa, is 11,2 procent een Volkswagen. Als we rekening houden met alle merken van de groep, dan haalt Volkswagen zelfs een marktaandeel binnen de EU van 23,3 procent in september en 24,9 procent sinds het begin van het jaar. Het schandaal waarin de constructeur nu verwikkeld is, heeft nog geen invloed op deze gegevens, aangezien de hele affaire pas na half september is losgebarsten en je altijd rekening moet houden met leveringstermijnen. Een eventuele terugval zal zich eerder laten voelen tegen het einde van dit jaar.

Crisis voorbij

Buiten de EU breekt IJsland echt alle records, met een stijging van +41,8 procent tijdens de eerste drie kwartalen van 2015. In Ierland ging de markt met 30 procent vooruit en in Portugal met 28,7 procent. Spanje, dat in 2008 ook sterk getroffen werd door de crisis, noteerde een vooruitgang van 22,4 procent. De Republiek Tsjechië gaat met 20,9 procent vooruit. Ook Italië gaat stilaan de goede richting uit, met een stijging van 15,3 procent, net achter Litouwen (+ 16,2 procent). Nog belangrijker is dat de 3 grote markten blijven groeien: Duitsland (5,5 procent), Frankrijk (6,3 procent) en het Verenigd Koninkrijk (7,1 procent). De enige landen die (lichtjes) achteruit boeren, zijn Luxemburg (-5,6 procent), Estland (-1,9 procent) en Oostenrijk (-0,1 procent).

Te relativeren

Even achterom kijken doet ons beseffen dat we ondanks dit herstel nog lang niet op het topniveau van 2007 zitten. Toen werden gedurende de eerste 3 trimesters 12 miljoen auto’s binnen de Unie verkocht. We zitten nu dus ongeveer aan 80 procent van deze cijfers. Maar in vergelijking met de rampzalige periode tussen 2008 en 2013 in bepaalde landen ziet de markt er toch weer wat gezonder uit. In België gaat het herstel vrij onopgemerkt voorbij, want de cijfers zijn stabiel. Dat fenomeen is gekoppeld aan een specifieke eigenschap van onze markt, die heel sterk beïnvloed wordt door de bedrijfswagens. Die laatste creëren een buffer om de crisissen te absorberen, waardoor uiteindelijk ook de impact van een herstel minder groot is.