Markt / Koopje van de week: Audi RS 6 (2002-2004)

Een sleeper heet dat dan. Omdat je van een sedan dan wel break met een dergelijk zachtaardig uiterlijk niet verwacht dat hij zo verwoestend kan uithalen. En ja, we gebruiken dat in deze weldegelijk voor een RS. Begin jaren 2000 stond dat logo immers nog niet zo ferm als de M bij BMW of de AMG van Mercedes. En dus hield Audi het ook qua verpakking eerder bescheiden. Iets wat allerminst gezegd kon worden van zijn prestaties.

De Audi RS 6 van de C5-generatie haalde 450 pk en 580 Nm uit zijn 4,2 liter-V8, vermogen dat via de vier wielen over het asfalt werd gesmeerd. Menig M5- en E 55 AMG-chauffeur werd in die dagen dan ook uitgebreid getrakteerd op een panorama van de ingetogen Audi-achterbumper. Iets wat de Avant – of sedan als je de vierdeurs zou prefereren – vandaag ongetwijfeld ook nog wel klaar gespeeld krijgt. Tenminste, als je er eentje kan vinden. En dat exemplaar ook rijdend kan houden.

Waarop moet je letten?

Het is niet of er iets mis kan gaan, dan wel wat. Net als zijn sportieve reputatie stond ook Audi’s kwalitatieve faam nog lang niet op punt in het begin van deze eeuw. De RS 6 kent dus wel wat kwaaltjes. Zoals bijvoorbeeld de ZF-vijftrapsautomaat. Die is niet echt opgewassen tegen dat mechanische geweld en durft bijgevolg al eens de handdoek gooien. Met uiteraard de nodige financiële consequenties.

Hetzelfde wat het Dynamic Ride Control betreft, een soort actieve demping die bij de allereerste RS 6-en eerder niet dan wel werkte. Daar valt een mouw aan te passen mits het steken van nieuwe dempers (op de verschillende fora blijkt Bilstein een gedegen optie in de cataloog te hebben), al vergt ook dat een nieuwe budgetaire stimulans.

Wat mag dat kosten?

Laat je dus niet verblinden door de billijke verkoopprijzen. Want hoewel die van het gedegen familiewagenniveau zijn, blijven de onderhoudskosten van de RS 6 altijd van het supersportgehalte. Wij zouden in deze onze pijlen dan ook eerder richten op de duurdere exemplaren in het aanbod omdat die naar alle waarschijnlijkheid of betrouwbaarder zijn of een deel van die noodzakelijke reparaties al hebben ondergaan. Reken dus op een goeie 20.000 euro. 

Een leuk alternatief?

De BMW M5, gezien die E39 op dat moment de te kloppen referentie heette. Toch liever zo’n valse trage? Check dan ook eens de advertenties voor de Volvo’s S 60 en V70 R.