Markt / Luxemburg is meest gemotoriseerde land van Europa

De ACEA (Association of European Automobile Manufacturers) heeft een studie uitgevoerd om het motoriseringsaandeel van de EU-landen te bepalen. Het Europees gemiddelde lag in 2018 op 610 voertuigen per 1.000 inwoners, maar er zijn soms grote verschillen tussen de landen, met enkele verrassingen. Bovenaan het klassement staat Luxemburg, met 774 voertuigen per 1.000 inwoners, terwijl Litouwen de rode lantaarn is met amper 372 voertuigen. De twee uitersten verschillen dus met een factor 2. En België?

In de middenmoot

De Belg staat ervoor bekend dat hij een baksteen in de maag heeft en vaak ook een stuur inde handen, maar ons land zit in feite net onder het Europees gemiddelde met 589 voertuigen per duizend inwoners, ver verwijderd van onze buren in het Groothertogdom, dus. Dat gezegd zijnde, kunnen de cijfers wat worden gerelativeerd. De top 3 bestaat uit Luxemburg, Cyprus en Malta, alle drie 'microlanden' met een welvarende bevolking en een minder ontwikkeld openbaar vervoer om verschillende redenen. Er moet echter worden opgemerkt dat Italië zijn reputatie van autoland wél waarmaakt met 730 voertuigen/1.000 inwoners. Daarmee staat het land van de 'bella macchina' op de vierde plek, voor Polen (719), het laatste land dat over de 700/1000 gaat.

Hoewel het land domineert qua autoproductie en aantal constructeurs, staat Duitsland pas op de elfde plek met 614 voertuigen/1.000 inwoners, ofwel net boven het gemiddelde. België staat vijftiende en wordt voorafgegaan door Frankrijk (596), het Verenigd Koninkrijk (603) en Portugal (610, het gemiddelde).

Interessant detail: volgens een andere studie over de leeftijd van de Europese wagenparken door de ACEA, komt Luxemburg ook uit de bus met het jongste wagenpark met een gemiddelde leeftijd van 6,4 jaar. De landen achteraan het klassement zijn dezelfden die het minst aantal auto's tellen, met Litouwen (372/1000 en 16,9 jaar) en Roemenië (386/1000 en 16,3 jaar). Estland is daarbij de uitzondering die de regel bevestigt, met een groot (662/1000) en oud (16,7 jaar) wagenpark.

België had daarbij in 2018 een wagenpark met de gemiddelde leeftijd van 9 jaar, net als Frankrijk, terwijl Duitsland 9,5 jaar had en het VK 8 jaar. Daarbij zitten we dus wel onder het Europese gemiddelde van 10,8 jaar, terwijl dat in 2016 nog 10,6 jaar was. Het zal interessant zijn om te zien wat de impact van de elektrificering en de koolstofneutralisering wordt van het wagenpark, een beweging die wordt gepusht door de Europese en nationale instanties.