Volvo kijkt niet graag in de achteruitkijkspiegel. De Zweedse autoconstructeur richt zijn blik immers op een 100% elektrische toekomst, een streven dat in 2030 werkelijkheid zou moeten worden Verbrandingsmotoren zijn al een tijdje een noodzakelijk kwaad in Göteborg, maar van die vermaledijde diesel zijn nu ze wel af.
LEES OOK Het einde van de typische Volvo-break is in zicht
Want het laatste Volvo-model met zelfontbrander, een XC90, rolde intussen van de productieband op de site in Torslanda - officieel dan toch, de allerlaatste was een in Gent gebouwde Volvo V60.
Kleine, maar niet onbelangrijke noot: het gaat om personenwagens met dieselmotoren, natuurlijk. Volvo bouwt ook vrachtwagens. Met diesel.
VW, Renault, Audi en PSA
Gedurende 45 jaar waren Volvo-wagens en dieselmotoren twee handen op een buik, een verhaal dat in 1079 begon met de door een zes-in-lijn van Volkswagen aangedreven 244 GL D6. De atmosferische zelfontbrander had een cilinderinhoud van 2,4 liter en ontwikkelde een vermogen van 82 pk. Later zou Volvo ook diesels van achtereenvolgens Renault, Audi en PSA (Peugeot en Citroën) gebruiken.
Die verschillende samenwerkingsakkoorden willen niet zeggen dat Volvo geen eigen diesel ontwikkelde. In 2001 lanceerde de Scandinavische autobouwer immers een 2,4 liter-vijfcilindermotor, die je in zowat alle modellen zou terugvinden. In 2013 volgde de tweede generatie zelftonbranders: een deugdelijke, maar minder legendarische 2 liter-vierpitter.
In 2019 vertegenwoordigde de door een zelfontbrander aangedreven modellen nog meer dan de helft van de mondiale Volvo-verkoop, in 2022 zakte dat aandeel tot amper 8,9%. Ook bij andere merken staat de dieselmotor voor een gedwongen uitdoofscenario.
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!