Nieuw model / Kia Stinger: met plezier getest

Eind 2017 brengt Kia eindelijk zijn Stinger op de markt. Deze vijfdeurs is er enkel met turbomotoren en, vooral, achterwielaandrijving, voor veel rijplezier. De elegant ogende berline is ontworpen onder het waakzame oog van Peter Schreyer en meer bepaald van zijn designverantwoordelijke voor Europa, de Fransman Grégory Guillaume, met een lijn die niet te ver afwijkt van de conceptcar GT uit 2011. Kia heeft dus de stap gezet om dit sportieve model te gaan bouwen. De onderliggende gedachte is die van een gran turismo die vier inzittenden in alle comfort over lange afstanden kan vervoeren. De ontwikkeling van het chassis gebeurde onder supervisie van Albert Biermann, de Duitse ingenieur die tot 20 maanden geleden aan het roer stond van BMW’s M-departement.

Turbo

De twee motoren in de Stinger zijn allebei drukgevoede benzines en standaard gekoppeld aan een in eigen huis ontwikkelde achttrapsautomaat. De kleinste is een 2.0-viercilinder met 255 pk en 353 Nm. De tweede is de ‘Lambda’ 3.3, een V6 met 370 pk en 510 Nm. Beide zetten hun vermogen op de achtertrein. Die laatste knalt volgens Kia in 5,1 seconden naar 100 km/h, wat de Stinger tot de snelste productie-Kia ooit maakt. Als optie kunnen beide motoren gekoppeld worden aan een niet-permanente vierwielaandrijving.

Korte test

Op de testpiste in Namyang, in de buurt van het Zuid-Koreaanse hoofdkwartier van Kia, konden we al even heel kort rijden met twee nog volledig gecamoufleerde prototypes. Hoewel die auto’s zich nog in de eindfase van hun ontwikkeling bevonden, maakte het onderstel van zowel de 2.0 als de 3.3 indruk. Die laatste reden we overigens met vierwielaandrijving. De stuurinrichting is tegelijkertijd levendig, nauwkeurig en voldoende communicatief, en koetswerkbewegingen lijken goed beheerst. Laat ons niet rond de pot draaien: nooit eerder had Kia een zodanig leuk sturende berline in de aanbieding.