Nieuw model / The Toy is een leuk... sja, speeltje

The Toy heeft zijn naam niet gespoten, want het is kleine wedstrijdauto die is ontworpen om jonge coureurs, rijinstructeurs en zelfs testpiloten uit de auto-industrie op een speelse manier op te leiden. Een bijzonder kenmerk van de auto is dat hij zowel op het circuit als op een rallycrosscircuit gebruikt kan worden, zonder dat er grote en dus dure aanpassingen nodig zijn. Daar werd vanaf het begin van de ontwikkeling rekening mee gehouden. 

300 pk op de achterwielen

The Toy is gebaseerd op een FIA-goedgekeurd buizenchassis en gebruikt een midscheeps gemonteerde 1,8 liter-turbomotor die 300 pk op de achterwielen zet en die schakelt via een sequentiële SADEV-versnellingsbak (met op het stuur gemonteerde peddels). De TOY ophanging maakt gebruik van boven elkaar geplaatste wishbones op alle vier de wielen, die scharnieren rond verstelbare veer-demperunits.

Het enige wat je hoeft te doen om over te schakelen van asfalt naar gravel is die veer-demperunits vervangen, samen met de velgen en (eventueel) de banden. Om de kosten laag te houden, blijven de remschijven behouden, ongeacht de gekozen configuratie. Dit verklaart ook de keuze voor commerciële banden. Er kunnen ook slicks of 'street racing'-banden worden gemonteerd. 

Wielbasis versus spoorbreedte

De ontwerpers hebben ook bijzondere aandacht besteed aan de verhouding tussen wielbasis (2,50 m) en spoorbreedte (1,71 m) voor een totale lengte van 3,85 m, om een evenwicht te vinden tussen bochtenefficiëntie en weggedrag. De kwaliteit van het weggedrag wordt ook weerspiegeld in de ophanging, die is ontworpen om de banden in alle situaties optimaal te laten presteren, slijtage te beperken en, nogmaals, de gebruikskosten te verlagen.

Deze filosofie wordt ook weerspiegeld in de kalibratie van slijtageonderdelen, zoals lagers, kogelgewrichten, remblokken en remschijven, die zodanig zijn afgesteld dat de vervangingstijd zo kort mogelijk is. 

Trainingsdoeleinden

In overeenstemming met de FIA-voorschriften is het passagierscompartiment groot genoeg voor twee personen. The Toy kan daarom worden gebruikt voor eerste ritten op het circuit of voor training in een rijschool. Hiervoor heeft de instructeur zijn eigen hydraulische rembediening, een potentiometer om het motorvermogen te begrenzen en, in de meest extreme gevallen, een push-to-stop bediening om het motortoerental te begrenzen om ongedisciplineerde leerlingen te kalmeren. 

Om zijn ecologische voetafdruk te beperken, wordt The Toy aangedreven door een brandstof die voor 85% bestaat uit bio-ethanol, afkomstig van de destillatie van wijnproductieafval, zoals druivendraf. Het doel is om uiteindelijk over te schakelen op E100 (100% ethanol), wat de koolstofvoetafdruk van The Toy met 90% zal verminderen. Deze racewagen wordt gemaakt in de Franse Cevennen door drie ingenieurs met een schat aan ervaring in de autosport (Trophée Andros, WRC, WEC, F3000, Formule Renault), namelijk Olivier Maroselli, Yannick Baillat en Antoine Dugué,