nieuws / LICHTEVRACHTAUTO’S : ook voor particulier gebruik?

Half januari worden de Paleizen van Brussels Expo weer overrompeld door bedrijfs- en vrijetijdsvoertuigen allerhande. Als we het hebben over bedrijfsvoertuigen, denken we in de eerste plaats aan de bestelwagen van de vakman om de hoek. Maar die bestelwagens zijn tegenwoordig verkrijgbaar in steeds meer uitvoeringen, waarvan sommige zelfs een interessant alternatief kunnen vormen als personenwagen. Een zogeheten ‘lichtevrachtauto’ levert natuurlijk wel wat technische beperkingen op, maar biedt daarentegen wel het voordeel van een aanzienlijk lichtere fiscaliteit dan een gewone personenwagen. Even kijken…

Wat is een lichtevrachtauto?

Laten we eerst eens kijken wanneer we wettelijk gezien mogen spreken van een lichtevrachtauto. Op fiscaal vlak moet die voldoen aan de volgende voorwaarden:

• de maximaal toegelaten massa mag niet hoger zijn dan 3.500 kilo
• de lengte van de laadruimte moet minstens 50 procent van de wielbasis bedragen (waardoor het aantal lichtevrachtauto’s met dubbele cabine wordt beperkt, zie kader)
• de laadruimte moet over de hele oppervlakte voorzien zijn van een vaste horizontale vloer zonder bevestigingspunten voor banken, stoelen of bijhorende veiligheidsgordels.

Voor wie?

Niet alleen voor professionals, maar voor iedereen. Er bestaan namelijk geen wettelijke bezwaren voor een particulier om op zijn eigen naam een lichtevrachtauto in te schrijven of zijn break, monovolume of SUV om te vormen om te profiteren van de fiscale voordelen die deze voertuigklasse biedt. Natuurlijk is het wel zo dat de fiscus de regels zal aanpassen zodra zou blijken dat te veel particulieren gebruikmaken van deze mogelijkheid. Dat was bijvoorbeeld het geval in 2006, toen de minimale lengte van de laadruimte werd opgetrokken van 30 naar 50 procent van de wielbasis, om een einde te maken aan de praktijk waarbij particulieren hun SUV massaal omvormden tot een ‘lichtevrachtauto met dubbele cabine’.

Welke fiscale voordelen?

Als het voertuig beantwoordt aan de fiscale definitie van de ‘lichtevrachtauto’, geniet hij een groot aantal fiscale voordelen:

• vrijstelling van belasting op inverkeerstelling
• lagere jaarlijkse verkeersbelasting
• beroepskosten (afschrijving aankoopprijs, interest op financiering, verzekering, belastingen, brandstof, onderhoud, parkeerkosten, enzovoort) voor 100 procent aftrekbaar (tegenover 75 procent voor personenauto’s)
• versnelde afschrijving (degressief)
• de btw voor 100 procent aftrekbaar (tegenover maximaal 50 procent voor personenauto’s).

Welke beperkingen?

Door de achterbank te verwijderen kun je nog altijd een hatchback, een break, een monovolume, een SUV of elk ander model met een achterklep omvormen tot een lichtevrachtauto. Maar dan beschik je natuurlijk nog maar over twee zitplaatsen, wat niet erg praktisch is in het dagelijkse leven… Om te kunnen beschikken over een lichtevrachtauto met dubbele cabine (zie kaderstuk) moet je vertrekken van een pick-up of een bestelwagen, maar dat zijn dan weer bijzonder omvangrijke voertuigen met een rijgedrag dat minder efficiënt en comfortabel is dan dat van een personenauto. Nog een nadeel is dat een lichtevrachtauto sowieso jaarlijks een technische keuring moet ondergaan (terwijl dat voor een personenwagen normaal gezien pas na vier jaar of bij verkoop is).

Hoeveel concreet besparen?

De concrete besparingen zijn vaak evenredig met de omvang van het voertuig of meer bepaald de grootte van de motor… Want in België (en vooral in Wallonië) zijn de cilinderinhoud en het vermogen van de motor nog altijd in grote mate bepalend voor het bedrag van de verkeersbelastingen. Zo is de fiscale winst voor een Opel Corsa 1.3 CDTI van 75 pk bij onze zuidelijke landgenoten behoorlijk beperkt (los van de aftrekbaarheid voor zelfstandigen): op vijf jaar tijd bespaar je met een lichtevrachtversie namelijk amper 75 euro in Brussel en Wallonië, terwijl die winst in Vlaanderen (waar kleine dieselmotoren zwaarder worden belast) makkelijk oploopt tot 1.150 euro.

Voor krachtige modellen met een ‘dikke’ motor loopt de fiscale winst echter al gauw op. Laten we bijvoorbeeld eens kijken naar de dieselversie van de VW Touareg en Amarok, die allebei worden aangedreven door een 3.0 V6 van 204 pk. In het geval van de SUV bedraagt de belasting op inverkeerstelling 2.478 euro in Wallonië (+250 euro malus) en Brussel en 1.450 euro in Vlaanderen, terwijl de jaarlijkse verkeersbelasting respectievelijk 793,72 en 1.034 euro bedraagt. Op vijf jaar tijd betaal je voor deze Touareg afhankelijk van je woonplaats dus iets meer of iets minder dan 6.500 euro aan belastingen.

Voor diezelfde periode bedraagt dat budget voor de pick-up Amarok V6 TDI als lichtevrachtauto (zonder BIV en met een jaarlijkse verkeersbelasting van slechts 127,51 euro in alle gewesten) maar 637,55 euro, wat neerkomt op een fiscale besparing van bijna 6.000 euro. Om hetzelfde fiscale voordeel te genieten moet de Touareg zijn achterbank overboord gooien (wat exclusief btw een dikke 1.000 euro kost), maar dan kan hij nog maar twee personen meenemen, tegenover vijf voor de Amarok. Zo heeft de pick-up, die mettertijd steeds minder rustiek is geworden, nog meer troeven achter de hand…

Een sportieve lichtevracht?

Het kanC’est possible ! Maar dan wel met slechts twee zitplaatsen… Het is namelijk perfect wettelijk om een sportieveling met een achterbank en een achterklep om te vormen tot een lichtevrachtauto. De procedure is dezelfde als voor een ander voertuig: achterbank met gordels en bevestigingspunten eruit en een laadvloer erin met een rand van 20 centimeter achter de voorstoelen (om bij het remmen de lading tegen te houden). De ombouwfirma’s nemen ook de lichtevrachthomologatie voor hun rekening, zodat de klant verlost is van alle administratieve rompslomp. Reken voor de transformatie en homologatie in totaal 1.200 à 1.300 euro exclusief btw.

Dubbele cabine?

Aangezien de lengte van het laadvlak van een lichtevrachtauto minstens 50 procent moet bedragen van de wielbasis, mag het duidelijk zijn dat de versies met ‘dubbele cabine’ behoorlijk lang uitvallen. Een klassieke SUV komt sowieso niet meer in aanmerking. De enige modellen die wel nog voldoen aan de homologatievoorwaarden, zijn de lange versies van kleine bestelwagens (zoals de VW Caddy Maxi) en de grotere bestelwagens (zoals de VW Transporter). Die genieten zelfs met twee zitrijen nog altijd een zacht fiscaal regime, maar ze zijn wel omvangrijker en minder chic dan een klassieke personenwagen. Een scheidingswand tussen de cabine en de laadruimte is hier trouwens verplicht.

Pick-up is altijd lichtevracht

Pick-ups genieten een fiscaal gunstregime. Single cab, king cab of double cab: in België worden ze altijd beschouwd als lichtevrachtauto’s. Terwijl de versies met dubbele cabine zelden een laadbak hebben die minstens half zo lang is als de wielbasis, is de Belgische fiscus van oordeel dat een pick-up intrinsiek voldoende utilitair is om altijd als ‘lichtevracht’ beschouwd te worden. Pick-ups zijn inderdaad nog altijd ‘rustieker’ van aard dan de doorsnee-SUV, maar hun rijgedrag is er de laatste jaren zo sterk op vooruitgegaan dat ze intussen een interessant alternatief vormen als ‘gezins-4x4’, met een gigantisch fiscaal voordeel als bonus.

Onze fiscaal advies