Nieuwe wagens beginnen steeds meer op elkaar te lijken. Autodesigners en marketinglui steken veel tijd en moeite in de identiteit van hun producten, maar beperken zich te vaak tot een specifieke lichtsignatuur of een speciaal grille - nietwaar BMW? Maar er is beterschap op komst.
Elektrische wagens zijn minder gebonden aan een specifiek koetswerkconcept en zouden de designers dan ook meer creatieve vrijheid moeten geven. Hopelijk levert dat af en toe ook een zotte auto op, zoals deze vijf betaalbare wagens die eigenlijk te gek waren om los te lopen.
1. CITROËN C3 PLURIEL (2001)
Citroën was wat ingedut geraakt, de avant-garde ontwerpen van weleer hadden plaats gemaakt voor wat doordachtere, maar daardoor ook beduidend saaiere modellen. Tot de Franse constructeur in 2001 met een cabrioletversie van de Citroën C3 op de proppen kwam, gezegend met een heleboel knipogen naar de iconische 2CV.
De Citroën C3 Pluriel kwam met een canvasdak dat je kon opstropen tot de korte kofferklep, zoals je dat vandaag ook ziet bij Fiat 500C. Maar de ronde dakbogen kon je ook verwijderen, wat er samen met de frameloze ramen en de afwezigheid van B-stijlen voor zorgde dat de Pluriel een echte cabrio was. Je moest wel zeker van je stuk zijn, want die verwijderbare dakbogen kon je niet meenemen. Begon het te regenen, dan moest je een regenjasje aantrekken.
2. FIAT MULTIPLA (1999)
Een van de lelijkste wagens uit de autogeschiedenis, deze door Roberto Giolito ontworpen monovolume. Maar wie voorbij het koetswerkontwerp kon kijken, zag hoe slim die Fiat Multipla eigenlijk was. De Italiaanse constructeur ging voor een eigenzinnige 3+3-configuratie met zes aparte, neerklapbare en verwijderbare stoelen. Dankzij de rechte flanken van het koetswerk vonden 6 volwassenen moeiteloos plaats.
Het wat speciale koetswerk van de Fiat Multipla was slechts 3,99 meter lang, maar bulkte van interieurruimte. Met zes inzittenden aan boord, bood de monovolume nog steeds 430 liter aan stouwvolume onder de hoedenplank. Maar verwijderde je de stoelen, dan had je meer dan 2.000 liter tot je beschikking. Ook de plaatsing van de versnellingspook was een geniale, plaatsbesparende en ergonomische vondst: gewoon op het dashboard.
3. NISSAN CUBE (2009)
Deze kruisting tussen een stadswagen en een monovolume werd genoemd naar een ijsblokje, wellicht omdat deze Japanner zo graag cool wou zijn. En omwille van de vierkante koetswerkvorm, natuurlijk. De asymetrisch vormgegeven, zijdelings openende achterklep van de Nissan Cube deed wat aan die van een koelkast denken, het propvol leuke designvondsten gestoken interieur wilde een knusse loungeruimte zijn.
4. RENAULT KANGOO BE BOP (2009)
Een Renault Kangoo, maar dan korter. En met een tweekleurig koetswerk met contrasterende motorkap. Maar het opmerkelijkst was de dakconstructie van de Be Bop. Vooraan had je twee transparante daken die de bestuurder of zijn zijpasagier individueel kon openen. De twee inzittenden achteraan, elk gezeten op een volwaardige stoel, hadden een opklapmechanisme dat de achterpartij zowat volledig opende. Dat cabriogevoel werd verder versterkt door de achterklep met elektrisch openende achterruit.
5. PEUGEOT 1007 (2004)
Zijdelingse schuifdeuren zijn niet nieuw, maar worden altijd achteraan gebruikt. Behalve op de Peugeot 1007, die de klassieke portieren verving door schuivende exemplaren. Het zag er een beetje vreemd uit, met die enorme rail op dat compacte mononvolumelijfje. Maar het was best handig, toch als er enkel kinderen op de achterbank zitten moesten.
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!