2024 diende zich aan als een rustig jaar wat betreft de autofiscaliteit voor bedrijven en ondernemers, omdat de grote veranderingen inzake fiscale aftrekbaarheid en solidariteitsbijdrage al in de zomer van 2023 waren ingegaan. Op het laatste nippertje, letterlijk op het eind van 2023, bleek echter dat er een forse kink in de kabel zat als het ging over het voordeel van alle aard (VAA), meer bepaald de onverwachte flinke stijging voor bedrijfsauto’s met een verbrandingsmotor.
Intussen is er een oplossing gevonden voor dat probleem, maar de onderhandelingen verliepen niet zonder slag of stoot. Het duurde uiteindelijk tot 30 januari 2024 voordat federaal minister van Financiën Vincent Van Peteghem zijn voorstel kon doordrukken, met onder meer een verhoging van het belastingvrije plafond voor de fietsvergoeding als pasmunt.
VAA: geduld beloond
Het bedrag van de VAA-bijdrage op je bedrijfsauto wordt onder meer bepaald door de mate waarin de CO2-uitstoot van je voertuig afwijkt ten opzichte van een referentiewaarde. Die referentiewaarde is gebaseerd op de gemiddelde uitstoot van alle nieuwe auto’s die het voorbije jaar werden ingeschreven. Doordat er steeds meer zuinige wagens ingeschreven worden, daalt die referentie-CO2-uitstoot jaarlijks… en stijgt het voordeel van alle aard van fossiele wagens.
Maar het probleem zat hem in het feit dat bij de bepaling van die referentie-uitstoot enkel rekening werd gehouden met de NEDC-normwaarden van auto’s. Sinds 2021 hebben nieuw ingeschreven fossiele wagens niet langer NEDC-, maar enkel WLTP-normwaarden, en die werden dus niet meegenomen in de berekening.
Cijfers van de Dienst voor Inschrijvingen van Voertuigen (DIV) tonen aan dat sinds dit jaar het aantal auto’s waarvoor een NEDC-uitstoot kan worden vastgesteld, gedaald is naar 39 procent (inclusief elektrische wagens). EV’s wogen daardoor voor 44 procent door in de berekening, terwijl ze in realiteit maar 17 procent van het totaal aantal inschrijvingen uitmaken.
Op zoek naar een oplossing
Uit cijferoefeningen bleek dat die evolutie tot een VAA-belastingstijging van wel 20 procent zou kunnen leiden voor wie een diesel- of benzinewagen heeft. Dat is in een verkiezingsjaar allerminst wenselijk, en dus zocht de federale regering een oplossing om dat te vermijden. Hoe die eruitziet? Vanaf nu wordt de jaarlijkse CO2-coëfficiënt niet langer enkel berekend op de oude NEDC-uitstootnorm, maar wordt ook de WLTP-norm meegenomen in de berekening.
De NEDC-waarde wordt gebruikt voor auto’s waarvan de NEDC-uitstoot bekend is, de WLTP-waarde wordt gehanteerd wanneer de NEDC-uitstoot niet opgegeven is (dat is zo bij alle nieuwe auto’s die vandaag worden verkocht). Voor elektrische wagens wordt een nuluitstoot gehanteerd. Zo worden álle nieuw ingeschreven wagens meegenomen in de berekening van het gemiddelde, en wegen de elektrische auto’s niet langer bovenmatig door.
Het gebruik van de WLTP-cijfers leidt tot een minder felle daling van de referentie-uitstoot en dat brengt met zich mee dat de stijging van het VAA voor benzines en diesels eveneens beperkt blijft. De referentie-uitstoot bedraagt dit jaar 78 g/km voor benzine en 65 g/km voor diesel (respectievelijk 82 en 67 g/km in 2023).
Concreet betaal je voor een BMW X1 sDrive 18d met een uitstoot van 131 g/km en een cataloguswaarde van 41.600 euro maandelijks slechts 3,15 euro extra ten opzichte van vorig jaar. Voor de X1 sDrive18i op benzine (143 g/km, 38.900 euro) komt er 5,90 euro per maand bij. Wie met een elektrische of plug-inhybride bedrijfswagen rijdt, ziet zijn VAA trouwens niet wijzigen: voor die auto’s wordt een forfaitair VAA-percentage van 4 procent van de cataloguswaarde gebruikt, wat altijd de voordeligste formule is.
Aftrek en verworpen uitgaven
De fiscale aftrekbaarheid van auto’s met een verbrandingsmotor en van plug-inhybrides blijft dit jaar dezelfde als in 2023. Anders gezegd: voor 2024 is elke auto met een verbrandingsmotor nog tussen 100 procent (plug-ins die minder dan 41 g CO2 per kilometer uitstoten) en 40 procent (auto’s met meer dan 200 g/km uitstoot) aftrekbaar.
Vanaf 2025 zal de maximale aftrekbaarheid voor sinds juli 2023 bestelde en niet-uitstootvrije auto’s daarentegen jaarlijks dalen. Concreet zullen volgend jaar de kosten voor deze auto’s nog maar voor maximaal 75 procent afgetrokken kunnen worden, het jaar erna nog tot 50 procent, in 2027 nog maar voor maximaal 25 procent en vanaf 2028 is er geen enkele fiscale aftrek meer mogelijk voor auto’s met een verbrandingsmotor besteld na 30 juni 2023.
BIV en verkeersbelasting
2024 is een rustig jaar wat betreft de belasting op inverkeerstelling (BIV) en de jaarlijkse verkeersbelasting. Het gaat hier om gewestelijke bevoegdheden, wat betekent dat voor een Vlaming een andere manier van berekenen wordt gehanteerd dan voor een Waal of Brusselaar. Auto’s die worden ingeschreven op naam van een leasingmaatschappij, volgen in het hele land een bijzonder regime dat gelijk is aan dat van het Brusselse gewest, maar met een vrijstelling van BIV en verkeersbelasting voor elektrische auto’s die ingeschreven worden op naam van een Vlaamse leasingmaatschappij.
De Vlaamse BIV en verkeersbelasting worden elke zomer op 1 juli geïndexeerd. Tot en met juni blijven de tarieven dus ongewijzigd. Ook in Wallonië en Brussel verandert er in 2024 niets aan de manier van berekenen van de BIV en de verkeersbelasting, op de jaarlijkse indexering van de verkeersbelasting op 1 juli na. Pas in 2025 zal men bezuiden de taalgrens rekening gaan houden met de brandstofsoort, de CO2-uitstoot, de euronorm en… het gewicht van de wagen. Of toch voor de berekening van de BIV; aan de verkeersbelasting wordt voorlopig niet getornd.
Solidariteits- of CO2-bijdrage
Een niet te onderschatten deel van de bedrijfswagenfiscaliteit betreft de zogenoemde solidariteits- of CO2-bijdrage. Dat is een bijdrage die werkgevers aan de RSZ verschuldigd zijn voor alle auto’s of bestelwagens die door werknemers ook voor privédoeleinden mogen worden gebruikt. Die bijdrage wordt in 2024 (en erna) nog altijd met dezelfde formule berekend als ervoor, maar het aldus bekomen bedrag wordt voor auto’s met een verbrandingsmotor die besteld werden na 30 juni 2023, wel vermenigvuldigd met een bepaalde factor.
Dit jaar bedraagt die factor 2,25. Het door de berekeningsformule van de solidariteitsbijdrage bekomen bedrag wordt in 2024 dus meer dan verdubbeld ten opzichte van 2023. Van 2025 tot 2027 zal die vermenigvuldigingsfactor verder stijgen naar liefst 5,5. Daarnaast wordt de solidariteitsbijdrage zoals ieder jaar natuurlijk ook in 2024 geïndexeerd.
De nieuwe indexfactor bedraagt 1,5359 en wordt toegepast op het bedrag uit de formule. Daardoor stijgt ook de minimumbijdrage, die van toepassing is voor elektrische auto’s en plug-inhybrides. Die gaat van 31,34 naar 31,99 euro per maand.
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!