John Peake Knight, een spoorwegingenieur, liet zich inspireren door seinpalen voor treinen toen de stad Londen op zoek was naar een manier om een druk kruispunt te regelen. Hij vond het ‘rode licht’ uit. Dit eerste verkeerslicht werd geïnstalleerd rechtover het House of Parliament in Londen, vlakbij de Westminster Bridge op het kruispunt van Great George Street en Bridge Street. Er was zodanig veel verkeer van koetsen, paarden en voetgangers dat het te gevaarlijk was voor een politieman om het manueel te regelen. Bovendien zou die bijna niet te zien zijn door al het stof. Het verkeerslicht, geïnstalleerd op 20 voet hoogte (6,09 meter), kon daar dus een beetje orde brengen in een stad waar, in 1868, 1102 mensen stierven op de wegen. En dat op 3 miljoen inwoners en zónder een enkele auto.
Op gas
Overdag werkte het systeem als een seinpaal met armen. ’s Nachts, daarentegen, was er een gaslantaarn die van rood naar groen ging. Er was geen sprake van automatisatie, een politieman moest een mechanisme bedienen om te wisselen van kleur. Het was natuurlijk ook nodig om de betekenis van deze lampen aan te leren aan de verkeersgebruikers. Ze hadden weinig tijd om eraan te wennen. In 1869 werd de bevoegde politieman zwaargewond door een gasexplosie. Het verkeerslicht werd vervolgens uit gebruik genomen. Vooral omdat veel verkeersgebruikers zich niet bewust waren van de aanduidingen van de seinpaal en de lantaarn, of er simpelweg niets van snapten. Men had zelfs kritiek op dit apparaat die je verplichtte om te stoppen of te vertrekken. Het duurde nog tot 1929 wanneer het elektrisch verkeerslicht terugkwam naar Londen. Een oplossing die al wijdverspreid was in de VSA en bij de spoorwegen.
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!