- Score redactie /20
Aiways klinkt nog niet zo bekend in de oren en het is best mogelijk dat je nog maar weinig U5's 'in het wild' bent tegengekomen. Onbekend maakt immers onbemind, weet je wel? Het merk bestaat dan ook nog maar sinds 2017 en het eerste model, de U5 dus, is in thuisland China nog maar op de markt sinds eind 2019. En bij ons is hij pas sinds begin 2021 verkrijgbaar, enkel in een van de vestigingen van de bekende 'autosupermarkt' Cardoen. Nochtans heeft deze middelgrote elektrische SUV wel wat te bieden, voor een rationele prijs nog wel. Maar hoe is de Aiways U5 om mee te leven...?
Leuk
Toen ik de U5 ging ophalen bij Cardoen, was ik eerlijk gezegd verrast door de vrij positieve eerste indruk. Om te beginnen vind ik hem er niet slecht uitzien, al lijkt het wel alsof de ontwerpers al hun inspiratie in de voorpartij hebben gestoken. De uitgesproken moderne snuit steekt een beetje af tegen de brave achtersteven en de flanken, met als enige frivoliteit de verzonken deurgrepen die tevoorschijn komen wanneer je naast de auto staat. Dan belooft de nakende coupé-SUV-versie, de Aiways U6, een frissere look. In ieder geval is de U5 met zijn 4,68 meter lengte en zijn 1,7 meter hoogte flink uit de kluiten gewassen en garandeert zijn wielbasis van 2,8 meter een zee van beenruimte achterin. Ook de instap is er bijzonder vlot, dankzij de zeer lange, maar ook hoge achterdeuren. En de koffer is met een volume van 432 tot 1.555 liter zeker ruim genoeg (onder de motorkap vind je ook nog een vak waar je de laadkabel(s) kunt opbergen).
Ook voorin kun je echt niet klagen over de beschikbare ruimte. De knieruimte voor de voorste passagier is zelfs uitzonderlijk te noemen, doordat de Chinezen er bewust voor gekozen hebben het handschoenkastje achterwege te laten. Dat lijkt in eerste instantie wat vreemd, maar het interieur van de U5 biedt meer dan genoeg mogelijkheden om spullen op te bergen, waaronder een breed overlangs compartiment onder de middenconsole, een afsluitbare bak onder de middenarmsteun of vakken in zowel de voorste als de achterste deuren. De achterpassagiers beschikken zelfs aan weerszijden nog over bakjes naast de achterbank. Ook origineel is dat er nog een geheim bergvakje schuilgaat achter het bedieningspaneel voor de airco. Perfect om je gsm in op te bergen, maar met ook mijn portefeuille erbij kon het paneeltje niet meer dicht, en dan kun je het dus niet meer gebruiken.
Naast de beschikbare ruimte valt ook de kwaliteitsindruk in positieve zin op. Het is allemaal niet van premiumniveau en als je wat van naderbij gaat kijken, vind je hier en daar heus wel wat om over te muggenziften (zoals de bundel kabels die je open en bloot zit passeren onder het dashboard tussen de pedalen en de stuurkolom – maar wat heb je daar dan ook te zoeken...?). Algemeen genomen valt het echter allemaal best mee, zeker als je het prijskaartje van de U5 200 vergelijkt met dat van sommige rivalen, de Volkswagen ID.4 voorop. De catalogusprijs bedraagt namelijk 39.627 euro voor de basisversie Standard, terwijl je voor een kale ID.4 Performance (die met 204 pk en 310 Nm even krachtig is als deze U5 200) zo'n 10.000 euro meer kwijt bent. En het is nu niet dat die Duitser bekendstaat voor zijn onberispelijke kwaliteitsindruk... Merk trouwens op dat er van de U5 (net als van de ID.4) ook een minder krachtige versie bestaat, met 170 pk.
Bovendien komt de Standard al meteen met een indrukwekkende hoeveelheid toeters en bellen, zowel qua comfort- als qua veiligheidsuitrusting (360-gradencamera's, automatische airco, dodehoekcontrole, bluetooth, adaptieve snelheidsregelaar, full led-koplampen, verkeersbordherkenning, elektrisch verstelbare voorstoelen, enzovoort). Onze testauto was een Premium, die er nog een panoramisch open dak, stoelverwarming, wielen van 19 in plaats van 17 duim, een lederen bekleding, een gemotoriseerde achterklep, parkeersensoren achteraan én vooraan, een automatische parkeerfunctie en een inductielader aan toevoegt.
Links op de A-stijl zit een camera die gebruikt wordt door de slaperigheidsdetectie (je kunt ook instellen dat de bestuurder een waarschuwing krijgt wanneer hij zit te bellen of te roken...), maar die vanaf mei – na een over the air software-update – ook zal dienen voor gezichtsherkenning, om bijvoorbeeld de stoelinstellingen automatisch aan te passen aan de bestuurder. En de camera in de plafondconsole zal na diezelfde update de mogelijkheid bieden om op afstand het interieur van de auto in het oog te houden (via een specifieke app) en voor een automatische controle bij het uitstappen of je geen kinderen bent vergeten op de achterbank.
Ook onderweg roept de U5 weinig kritiek op – overigens hoef je om te 'starten' niet eens een knop in te duwen: gewoon het rempedaal intrappen, de versnellingsbak in D zetten, en off you go. Ik zou hem zeker geen driver's SUV noemen, maar de prestaties volstaan zeker en vast en als ruime gezinswagen staat hij best zijn mannetje. Zoals elke EV gaat hij goed door de bocht dankzij het lage zwaartepunt als gevolg van de batterijen in de vloer, en ook met het rijcomfort zit het wel snor, al durft het op erg golvend wegdek wel eens te gebeuren dat de ophanging tot tegen haar aanslagpunten wordt geduwd. Puntje van kritiek zijn wel de banden van het illustere merk Cooper, maar bij Cardoen liet men verstaan dat die voor een billijke meerprijs kunnen worden vervangen door Europese kwaliteitsbanden.
Jammer
Alles rozengeur en maneschijn dus? Dat nu ook weer niet. Binnenin hadden de zittingen van de achterbank bijvoorbeeld wat zachter mogen zijn, terwijl de rugleuning op de middelste plaats (in feite de onderkant van de neerklapbare middenarmsteun) ronduit hard en oncomfortabel is. En op de meest venijnige verkeersdrempels durft de voorophanging bovendien wel eens een kraakje te laten horen. Het gebrek aan feedback van het stuur kan ik de U5 als gevolg van zijn uitgesproken gezinsroeping wel vergeven. Het went trouwens snel, wat dan weer niet gezegd kan worden van de weinig subtiele impulsen in het stuur wanneer de auto – al dan niet terecht – vindt dat je van je koers afwijkt.
O ja, en de remenergierecuperatie kun je in drie standen instellen, maar in de twee met de grootste vertraging (tot bijna one pedal-driving) vond ik het gaspedaal zodanig lastig te doseren dat ik al gauw gewoon de 'uitbolstand' ingeschakeld liet. Wat misschien mee verklaart waarom ik met een gemiddeld stroomverbruik van 21,4 kWh/100 km maar rond de 300 kilometer kon doen met een volle batterij in plaats van het opgegeven rijbereik van 400 kilometer. Overigens zijn de laadmogelijkheden van de U5 wat beperkt: hij kan wel snelladen met gelijkstroom (tot 90 kW), maar zijn (enkelfasige) geïntegreerde lader is beperkt tot 6,6 kW, waardoor laden aan een gewone wallbox, laat staan aan een huishoudelijk stopcontact, relatief veel tijd in beslag neemt.
Mijn grootste ergernissen hielden echter verband met de connectiviteit en de ergonomie. Toen ik de auto ging ophalen, zei ik nog dat ik geen uitleg hoefde en alles wel zelf zou ontdekken, maar daar had ik al snel spijt van. Zo heb ik me op een bepaald moment suf gezocht naar de knop voor de waarschuwingsknipperlichten, die zich in de plafondconsole bleek te bevinden... naast de noodoproepknop. Nochtans had ik in die omgeving eerder al eens gezocht, toen ik het schuifdak wilde openen. Maar daarvoor moet je dan weer via het centrale aanraakscherm passeren, net als om de binnenverlichting in te schakelen trouwens.
En over dat centrale aanraakscherm gesproken: dat is vrij breed, maar blijkbaar kwamen ze op een bepaald moment bij Aiways tot de vaststelling dat ze te weinig widgets hadden om het mee te vullen, en dus besloten ze er uiterst rechts een heuse kalender op te zetten... waar je verder helemaal niks mee kunt. Ook wachtte mij een onaangename verrassing toen ik wilde vertrekken naar een mij onbekende bestemming: zelfs de topversie Premium heeft namelijk geen geïntegreerd navigatiesysteem (en het is ook niet als optie te krijgen). En er is wel Apple CarPlay, maar géén Android Auto. Als lapmiddel kun je wel een mirroring-app downloaden, maar je bent dus sowieso aangewezen op je smartphone.
Verder ziet de triptiek van kleinere schermen achter het stuur er op het eerste zicht wel leuk uit, maar de weergavemogelijkheden zijn uiterst beperkt. Uiterst irritant is ook dat je na het starten telkens de radio manueel opnieuw moet aanzetten. Bovendien gaf de DAB-functie er na enkele testdagen de brui aan, maar muziek streamen van op mijn gsm via bluetooth ging gelukkig nog wel. Een volgend of vorig nummer kiezen kun je echter enkel via het aanraakscherm, want daar is geen knop voor voorzien op het stuur (er is wel een knop die je zelf een functie naar keuze kunt geven). De passagier kan daarentegen wel het volume regelen, via een digitale schuifregelaar die dermate goed verstopt zit dat ik hem pas op het einde van mijn testweek had ontdekt – of liever, collega Steven ontdekte hem bij toeval, toen we eigenlijk op zoek waren naar een manier om de boordcomputer aan te passen (waar we dan weer niet in slaagden).
Dus
Als kleine, piepjonge constructeur die niet kan terugvallen op de middelen van een grote groep, is het natuurlijk niet makkelijk om van de eerste keer in de roos te schieten. Los van de beperkte mogelijkheden qua connectiviteit en infotainment en enkele verbeterpuntjes hier en daar kunnen we echter niet anders dan zeggen dat Aiways wel in zijn opzet is geslaagd om een ruime elektrische gezins-SUV met een fatsoenlijk rijbereik aan te bieden voor een redelijke prijs... mits je op bepaalde vlakken niet té veeleisend bent. In ieder geval verdient de Aiways U5 de aandacht van particuliere gezinnen die op zoek zijn naar een ruime, bruikbare en 'betaalbare' EV.
View this post on Instagram
Verwante testen
30-06-2021
13 BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!