Eerste test / BMW 5-reeks : Kind van zijn tijd

In het huidige klimaat hebben de Duitse merken met een sportief imago het moeilijk om hun drang naar almaar betere prestaties nog te verantwoorden. Ze kunnen niet anders dan de verwachtingen van hun klanten invullen, en die maken duidelijk dat ze steeds meer belang hechten aan connectiviteit en van daaruit ook meer assistentie wensen tijdens het rijden. We schrikken er allang niet meer van op dat de persconferenties bij deze eerste kennismakingen draaien rond connectiviteit en rijhulpsystemen, die almaar nadrukkelijker op de voorgrond komen. In dat opzicht is het dan ook normaal dat de aandacht voor de vooruitgang – als die er tenminste al is – op het vlak van prestaties en wegligging naar de achtergrond schuift.

Net als de Mercedes E-Klasse, zijn rechtstreekse concurrent, zet de nieuwe 5-Reeks een stapje verder richting geautomatiseerd rijden, zonder helemaal autonoom te gaan. Een auto die zijn bestuurder dermate ondersteunt, associëren we onvermijdelijk met een nieuw comfortniveau. We zien meteen dat het raffinement van BMW’s jongste 7-Reeks ook tot in de nieuwe 5-Reeks is doorgesijpeld. Meer nog, terwijl het vorige model al bijzonder begaafd bleek op het vlak van het comfort, lijkt BMW er nu op gebrand om deze 5 op dat vlak te laten doorgroeien tot een van de absolute referenties onder de ‘executive cars’. Terzelfdertijd wil BMW de meest dynamische vertegenwoordiger blijven in elk segment waar het merk zich aanbiedt. Maar om te voelen dat deze 5-Reeks je daadwerkelijk meer bij het rijden betreft, moet je wel eerst op de juiste knop drukken (Sport, Sport Plus of Individual) en bovendien over het M-onderstel beschikken.