Na enkele generaties voorwielaangedreven coupés is Hyundai overgestapt op achterwielaandrijving voor de Genesis Coupé. Dat moet de sportiefste bestuurders als muziek in de oren klinken. Het interieur is trouw gebleven aan de 2+2-opstelling, met een relatief bruikbare achterbank. Op mechanisch vlak kan de Hyundai Genesis Coupé op slechts twee motoren rekenen. De V6 is een 3.8 met 310 pk en 360 Nm. De zogenaamde "Low Power"-versie van de grote coupé wordt door de mensen van Hyundai als "budgetvriendelijk" bestempeld en wordt aangedreven door een tweeliterturbomotor met 210 pk en 295 Nm. Hij wordt net zoals de V6 standaard geleverd met een manuele zesversnellingsbak, maar ook een automaat staat op de optielijst.
Het interieur van de Genesis Coupé houdt geen verrassingen in. De stijl is conform aan die van de producten die Hyundai in Europa aanbiedt, met dat verschil dat het kwaliteitsgevoel van de gebruikte materialen en de weinig geslaagde combinatie van sommige kunststoffen laat vermoeden dat de afwerking niet erg hoog op de prioriteitenlijst stond. Op de relatief drukke (maar gelukkig minder streng gereglementeerde) wegen in de buitenwijken van Seoel ontdekten we een Genesis Coupé 3.8 (de enige versie die we aan de tand konden voelen) die bijzonder aangenaam en leuk reed.
Dankzij een voor een achterwielaandrijver bijna ideale gewichtsverdeling duikt de Genesis Coupé ronduit snedig en stabiel de bocht in, om vervolgens weg te accelereren zonder het minste trekkrachtverlies. Als je het gaspedaal lift in een bocht, duikt de neus een beetje naar binnen en hoewel we nergens de kans hebben gehad om de Genesis Coupé "grondig" te testen, leek hij zodanig overstuurgretig dat hij ons bijna ontwikkeld leek als een driftauto...
U kunt de Eerste Test van de Hyundai Genesis Coupé nalezen in AutoGids 773 van 10/6/2009.
In dit artikel : Hyundai, Hyundai Genesis Coupé