Eerste test / Hyundai i30 Turbo

De ‘nieuwe’ Hyundai i30 onderscheidt zich met zijn voorpartij die vier verschillende stilistische identiteiten kan aannemen, afhankelijk van de versie. Op die manier sluit hij visueel nauwer aan bij recentere modellen, zoals de i20. Qua motoren zien we een nieuwe atmosferische 1.4 op benzine verschijnen, die deel uitmaakt van de Kappa-familie. Daarnaast voldoen alle krachtbronnen nu aan de Euro 6-norm en zijn ze allemaal voorzien van een stop-startsysteem (behalve de basisdiesel 1.4 CRDi 90 en de 1.6 GDi op benzine wanneer die aan de geautomatiseerde overbrenging is gekoppeld, vreemd genoeg), terwijl voor alle versies de CO2-normuitstoot daalde. Het grootste nieuws is echter de introductie van een gerobotiseerde versnellingsbak met dubbele koppeling, om de sterren van het segment nog beter het hoofd te kunnen bieden, de Volkswagen Golf met zijn DSG op kop. Deze nieuwe, huiseigen DCT-7 (naar het aantal versnellingen) wordt aangeboden op de 1.6 GDi (135 pk) en de 1.6 CRDi (110 pk). In beide gevallen jaagt hij echter de CO2-normuitstoot omhoog, van 123 naar 136 g/km voor de benzineviercilinder en van 94 naar 109 g/km voor de diesel. En dat heeft helaas negatieve gevolgen op fiscaal vlak, want allebei komen ze daardoor in een minder interessante schaal terecht qua aftrekbaarheid.