Eerste test / Hyundai Tucson: Mission statement

We schrijven 2004 wanneer Hyundai zijn eerste Tucson lanceert, een pionier bij de compacte SUV’s die inslaat als een bom en de Koreaanse constructeur voorgoed verlost van zijn lowbudgetimago. Het is het begin van een echt succesverhaal, want sindsdien zijn er wereldwijd al 7 miljoen stuks van dit model verkocht, waarvan 1,4 miljoen in Europa – dat is dan de tweede generatie meegerekend, ook al ging die als ix35 door het leven (een misstap van de marketingdienst die echter snel weer werd rechtgezet). Sinds enkele weken staat de vierde generatie in de showroom, die alles in huis heeft om een vervolg aan het succesverhaal te breien.

Om te beginnen pakt de nieuwe Tucson uit met de nieuwe designtaal van het merk, die Sensuous Sportiness werd gedoopt en voor het eerst te zien was afgelopen lente, toen Hyundai zijn i20 voorstelde. De nieuwe vormentaal wordt volgens de constructeur gekenmerkt door vier pijlers: proporties, architectuur, styling en technologie. Die bewering laten we voor rekening van de marketingjongens en -meisjes, maar in elk geval is er geen ontkennen aan dat deze Tucson er ‘bijzonder’ uitziet.