Eerste test / Jaguar XF 2.2D
Halverwege zijn carrière ondergaat de Jaguar XF niet alleen de gebruikelijke updates, hij krijgt ook een nieuwe basisdiesel, die zijn verkoop moet aanzwengelen... en die slechts vier cilinders telt.
Een viercilinder-turbodiesel in een Jaguar is niets nieuws onder de zon. De eerste was een tweeliter en dateert al van acht jaar geleden. Toen voorzag Coventry voor de eerste keer een van zijn modellen van een dieselmotor - de X-Type. De huidige 2.2-diesel heeft in de XF dezelfde cilinderafmetingen als bij Ford, Citroën en Peugeot (boring en slag van respectievelijk 85 en 96 millimeter). Enkel de afstelling, en bijgevolg het vermogen en het koppel, zijn verschillend. De 2.2-diesel met 190 pk beschikt hier over 450 Nm koppel. De grootste veranderingen aan de viercilinder komen voort uit zijn overlangse opstelling in de XF.
De XF 2.2D klinkt natuurlijk niet zo melodieus als een V6, maar kan wel rekenen op een goede geluiddemping. Optrekken van 0-100 km/h doet hij in 8,5 seconden, terwijl zijn topsnelheid 225 km/h bedraagt. Met een gemiddeld normverbruik van 5,4 l/100 km en een CO2-normuitstoot van 149 g/km is de Engelsman meteen de op één na beste in zijn klasse (die van de 2- tot 2,2-liter-diesels met automatische versnellingbak), net na de BMW 520d (5,2 l/100 km, 137 g/km). Samen met die Duitser is hij dan ook de enige die beschikt over een automaat met acht trappen en een intelligent stop-startsysteem.
Na een testrit in een preproductie-exemplaar kunnen we stellen dat de XF 2.2D een ernstig alternatief belooft te worden voor de voor de hand liggende BMW 520d en Mercedes E 220 CDI, om bij de achterwielaandrijvers uit het hogere fleetsegment te blijven.
Tests
Onze tests
Stockwagens
Stockwagens in de kijker
Tweedehands