Eerste test / Jaguar XKR-S

De XKR-S is de snelste Jaguar sinds de superlatieve XJ220 uit. Motorisch neemt deze speciale reeks S nochtans gewoon de 4,2 liter grote compressor-V8 over van de XKR, met een vermogen van 420 pk en een koppel van 560 Nm. In afwachting vertoont de XKR-S natuurlijk vergelijkbare prestaties als de XKR, met uitzondering van de topsnelheid, die elektronisch 30 km/h werd opgevoerd. Dat verplichtte de afstellers ertoe om de sturing van de ZF-zesbak bij te stellen wat betreft de laatste drie verhoudingen. Ook de ophanging werd grondig aangepast.

De XKR-S pakt uit met hetzelfde cocoongevoel in combinatie met een vurig temperament als de "klassieke" XKR. Dat is des te opmerkelijker omdat je door de aanpassingen die werden aangebracht aan de ophanging, een grotere algemene stugheid zou verwachten. In ieder geval is deze supersportieveling verrassend toegeeflijk voor de inzittenden. Een kwaliteit die bovendien gepaard gaat met een verbeterde efficiëntie. Met dank aan het stuur, dat tegelijk directer is en onberispelijk centreert en communicatief, en aan de nieuwe afstellingen van de ophanging, waardoor de auto nog zuiverder door de bocht gaat en koetswerkbewegingen tegelijk beter onder controle worden gehouden, met een geleidelijkheid die bewondering afdwingt. De nieuwe sturing van de versnellingsbak draagt met haar bijzonder korte schakeltijden ook haar steentje bij. De XKR-S haalt met een onthutsend gemak de topsnelheid van 280 km/h, met een zodanige stabiliteit dat het amper te geloven is dat je zo snel rijdt.

Bij Jaguar is de lancering van een beperkte reeks een evenement op zich: dat hebben we immers niet meer meegemaakt sinds 1988, met de XJRS, waarvan honderd exemplaren werden gebouwd ter ere van de overwinning van het merk in Le Mans. Hier werd dezelfde filosofie toegepast: de efficiëntie vergroten zonder te vervallen in een vermogenswedloop.