Eerste test / Kia Picanto : Met onverhulde trots

Nog niet zo lang geleden vielen de stadswagens uit het A-segment te herleiden tot auto’s voor beginnelingen of mensen met een erg krap budget. De techniek was basic, de uitrusting summier, en veel aspiraties mocht je er niet mee koesteren. Iets om mee van A naar B te rijden zonder je veel vragen te stellen. Wie graag auto’s ziet, zou er met een grote boog omheen lopen. Maar sinds de komst van de Mini in het segment daarboven zijn de lilliputters in opstand gekomen. Met de Fiat 500 op kop zijn ze hun plaats komen opeisen.

Recenter zagen we de nieuwe Twingo (GT), de Karl (Rocks) en de VW Up met 90 pk, die duidelijk maakten dat een motor met meer pit en/of een gewaagder uiterlijk best mochten omdat er een publiek was dat best meer wil opvallen of zich amuseren achter het stuur. Zelfs met een autootje dat maximaal 12.000 tot 15.000 euro mag kosten, in een segment waarin een auto vooral nuttig moest zijn en de mobiliteits- en parkeerproblemen van zijn eigenaar adequaat moet kunnen oplossen. Tegenwoordig vraagt de markt om meer, de indicatoren lijken de trendy stadsautootjes gunstig gezind. De technologie is in de meeste gevallen al beschikbaar – constructeurs kunnen ze gewoon wegplukken uit de hogere segmenten. Veel meer dan de vorige generatie past de nieuwe Picanto – die alleen nog beschikbaar is als vijfdeursmodel – perfect in die trend.