Eerste test / Kia Venga

De Venga is een auto die ontworpen en getekend is in Duitsland, geassembleerd wordt in Tsjechië en een Spaans klinkende naam heeft. Daarmee is hij - samen met de Cee'd - wellicht de meest Europese Kia...
Nieuw is dat alle motorversies met een handgeschakelde versnellingsbak worden uitgerust met het stop-startsysteem ISG (Idle Stop & Go) dat tot dusver bij Kia was voorbehouden aan de benzineversies. Het systeem werkt goed, al waren in de door ons geteste 1.4 CRDi 90 en 1.6 CRDi wel lichte trillingen merkbaar telkens als de motor werd stilgelegd.

De Venga vertoont een wegcontact dat vergelijkbaar is met dat van de Soul (waarmee hij zijn platform deelt), met name relatief stug met een goede koetswerkondersteuning, maar toch nog comfortabel. De bestuurdersstoel is echter een beetje te hoog opgesteld. Binnenin vinden we wel heel wat harde plastics, maar alles is goed geassembleerd en de kwaliteitsindruk is uitstekend. De moduleerbaarheid is eenvoudig, maar efficiënt. De rugleuning van de achterbank kan in helling worden versteld en kan ook volledig worden neergeklapt op de zitting, zodat een laadlengte van meer dan anderhalve meter en een totaal laadvolume van 1.253 liter ontstaat.

Kia, dat tot dusver afwezig was in het segment van de compacte eenvolumers, vult die lacune nu op met de Venga, een rechtstreekse concurrent van de Citroën C3 Picasso, de Nissan Note, de Opel Meriva en de Renault Grand Modus. Om het daartegen op te nemen is hij standaard gewapend met zes airbags en een stabiliteitscontrole voor alle versies. Los daarvan is hij echter stevig geprijsd, maar dat wordt gedeeltelijk goedgemaakt door een behoorlijk uitgebreide standaarduitrusting. Een kleine extra inspanning wat de CO2-uitstoot betreft (117 g/km voor de 1.4 CRDi, dus 2 gram te veel voor een overheidspremie), zou de verkoop van de Venga nog ten goede komen, tenminste op de Belgische markt. Dat kan toch niet zo onoverkomelijk zijn...