Eerste test / Maserati Quattroporte 3.0 D

Van ons heengegane puristen en Italofielen draaien zich niet één, maar twee keer om in hun graf, en ook heel wat nog springlevende autofanaten weten niet waar ze het hebben. Dat de ‘kleine’ Maserati Ghibli een diesel in het vooronder kreeg: spijtig, maar tot daar aan toe. Het merk moest toch met iets overleven… Maar dat een decennialang begrip als de Quattroporte nu ook aan die marktdruk is bezweken, dat kan/mag er bij hen niet in.

Maar cijfers liegen niet. Zo is Maserati er sinds de introductie van de Ghibli én zijn dieselversie er in ons landje in geslaagd vijf keer zoveel auto’s te verkopen dan voordien, en dat is in grote mate te danken aan de zelfontbrander. Niet onlogisch dus dat de Italiaanse constructeur die truc ook wou toepassen op zijn topberline, de Quattroporte (waarvan de Ghibli trouwens is afgeleid). De V6- en V8-benzinemotoren die daar onder de kap liggen, zijn immers niet alleen behoorlijk krachtig en bijzonder muzikaal, ze slurpen ook benzine en zetten fiscaal eerder aan tot zelfmoord…