Eerste test / McLaren 570S : de perfectie bereikt

Het concept

McLaren is als constructeur nog piepjong. Los van de legendarische F1, waarvan tussen 1993 en 1998 zowat honderd exemplaren geproduceerd werden, begint de eigenlijke geschiedenis van het merk pas in 2011, met de serieproductie van de MP4-12C. Al snel werd dat model vervangen door de 650S, waarvan we al verschillende varianten kennen. Ondertussen zag ook de hypercar P1 het levenslicht. Maar McLaren heeft goed begrepen dat het niet volstaat om enkel voor de top te gaan om succes te oogsten. Om klanten te winnen moest het merk het aanbod toegankelijker maken, zowel letterlijk als figuurlijk. Vandaar de komst van de McLaren 540C en 570S, een verwijzing naar het vermogen. Wij konden de sterkste van de twee testen.

Wat verandert er?

De 570S neemt de zelfdragende kooi van koolstofvezel over van zijn grote broer 650S en zijn afgeleiden, maar hier is de zijwand dieper uitgesneden, waardoor 8 centimeter extra vrijkomt ter hoogte van de voeten. Een kleine aanpassing die de instap danig vereenvoudigt. De cockpit is ook 11 centimeter langer en biedt meer ruimte voor de rugleuningen, terwijl de middenconsole hier zwevend is en uit twee delen bestat, waardoor je toegang krijgt tot een opbergruimte die vroeger moeilijk bereikbaar was. Om de prijzen te drukken heeft McLaren moeten snoeien in het budget: de 570S maakt gebruik van minder koolstofvezel, de ProActive Chassis Control, die geïnspireerd is op de F1, is hier vervangen door een traditionelere architectuur met antirolstang vooraan en achteraan en het vermogen van de 3.8-V8-biturbomotor is beperkt tot 570 pk en 600 Nm. Voor het eerst wordt deze motor ook gekoppeld aan een stop-startsysteem, dat bijdraagt tot een verlaging van het verbruik tot 10,7 l/100 km.

Hoe rijdt hij?

Hoewel McLaren zijn 570S functioneler wilde maken voor dagelijks gebruik dan de 650S, is de instapversie amper minder snel: 3,2 seconden om van 0 tot 100 km/h te spurten en 328 km/h als topsnelheid, of respectievelijk 0,2 seconden en 5 km/h minder. Het monsterkoppel stuwt de motor in één adem vooruit vanuit stationair toerental tot aan de rode zone, bij 8.500 o/m. De versnellingsbak rijgt de verhoudingen aaneen en de V8-motor reageert altijd onmiddellijk.

Hoewel de schokdemping van de 570S minder uitgekiend is als die van de 650S, blijft hij een heel comfortabele auto. De grootste wegoneffenheden worden probleemloos geabsorbeerd en de bodemvrijheid kan zelfs met 4 centimeter opgetrokken worden tijdens het rijden en tot een snelheid van 60 km/h indien het obstakel te groot is.

Dankzij een gewichtsverdeling in 42/58-verhouding is de voortrein licht en snedig. Hij reageert onmiddellijk op de stuurcommando’s en de consistentie van het stuur verschilt naargelang van de verschillende rijstijlopties (Winter, Normal, Sport en Track). De besturing is in elk geval precies en geeft de kleinste wegoneffenheid door. Zo kun je de McLaren tot op de millimeter nauwkeurig besturen, temeer daar je een uitstekend zicht hebt dankzij de naar voren geschoven bestuurdersplaats.

Budget & uitrusting

De prijs van de McLaren 570S begint bij 184.500 euro; dat is 50.000 euro minder dan een 650S. Het basismodel 540C doet nog beter, met een prijs van 162.750 euro, onder meer door de koolstofceramische schijfremmen naar de optielijst te verwijzen (9.140 euro). De 570S, die meer bedoeld is voor de weg dan voor het circuit, biedt wel nog de mogelijkheid om te kiezen voor Racing-stoelen van koolstofvezel, geleend van de P1 (6.290 euro) Die zijn goed voor een besparing van 15 kilogram en bieden meer steun ter hoogte van de schouders. Anderzijds verminderen ze wel het zicht op de weg, omdat ze sterk naar achteren hellen en niet verstelbaar zijn. Wij geven daarom de voorkeur aan de elektrische stoelen, waarvan het afstelsysteem wel herbekeken zou mogen worden. Er worden ook verschillende Carbon Packs aangeboden (vanaf 6.940 euro).

De concurrenten

Door het vermogen van de V8 terug te schroeven tot 570 pk probeert McLaren de toegang tot zijn gamma te democratiseren. Daardoor werpt het merk zich meer op als een rivaal voor de grote constructeurs. Dan denken we in de eerste plaats aan Audi, met de R8 (540 pk, 164.800 euro) en R8 Plus (611 pk, 186.500 euro) of de Lamborghini Huracan (610 pk, 205.095 euro), zonder de populairste en waarschijnlijk meest dagelijks bruikbare van allemaal te vergeten, de Porsche 911 Turbo (520 pk, 169.158 euro) en Turbo S (560 pk, 201.586 euro).

Ons verdict

Zonder aan efficiëntie in te boeten maakt de 570S het McLaren-gamma toegankelijker en blijkt hij beter geschikt voor dagelijks gebruik. Wel is het jammer dat het multimediasysteem de normen van de concurrentie niet haalt. Een tekortkoming die absoluut gecorrigeerd moet worden, want het klantenbestand wordt dan wel groter, maar daarom niet minder veeleisend.