Eerste test / Mercedes-AMG CLS 53 : Hybride gedonder

Het zijn geen gemakkelijke tijden voor het marketingdepartement van Mercedes-AMG. Enerzijds kan ook AMG zich niet veroorloven om de hybridetrein te missen, want de meerwaarde van die technologie op het vlak van uitstoot, maar ook van prestaties is zonneklaar. Anderzijds kan AMG onmogelijk zijn diehardfans teleurstellen die verslaafd zijn aan het gedonder van de V8. Hoe stel je beide tevreden? Het eerste antwoord komt van de CLS 53, die een nieuwe naam introduceert binnen het AMG-gamma. Dezelfde motor zal trouwens ook zijn weg vinden naar de E-Klasse Coupé en Cabrio.

De CLS 53 blijft bewust een stukje braver dan de toekomstige GT4. Hij neemt de zescilinder-in-lijn over van de CLS 450, waaraan hij een elektrische compressor toevoegt. Daardoor klimt het vermogen naar 435 pk en 520 Nm. Op papier is de winst niet zo indrukwekkend, maar in de praktijk voelt de CLS 53 een stuk enthousiaster aan. Niet alleen reageert hij onmiddellijk op het gaspedaal, hij trekt ook een stuk feller en klinkt zelfs enkele decibels luider, zonder dat het echter ooit storend wordt. Ook de negentrapsautomaat (hier omgedoopt tot TCT) is sneller gemaakt en heeft een echte manuele schakelmodus. Deze bak is weliswaar niet zo brutaal en efficiënt als de MCT met dubbele koppeling, maar past perfect bij het karakter van de CLS 53, die het allemaal nog enigszins beschaafd wil houden.