Eerste test / Mini Paceman JCW

Hoewel de Mini Paceman John Cooper Works is opgebouwd uit bekende ingrediënten, bleek de mengeling ervan te binden tot een homogene saus... Het vermogen is opgepept tot 218 pk en 280 Nm, een koppel dat via een overboost-functie zelfs kortstondig tot 300 Nm kan worden opgevoerd. Hoewel de Mini Paceman JCW een zware knaap is (1.475 kilo leeg, voor een auto van slechts 4,10 meter lang), kan hij dankzij de kerngezonde 1.6 mooie prestaties neerzetten: vanuit stilstand naar 100 km/h spurten duurt volgens Mini 6,9 seconden en het kilometerpaaltje flitst voorbij na 27,4 seconden. Als je op de Sport-knop op het dashboard duwt, word je tijdens dit soort sprintoefeningen niet alleen beloond met een inspirerende brul, maar ook en vooral met een onverwacht luid en intens geplof en geroffel in de uitlaat telkens als je gas terugneemt.

Het ALL-4 onderscheidt zich van de meeste vierwielaandrijvingssystemen bij de concurrentie omdat het alle motorkoppel naar voren of naar achteren kan sturen, terwijl het courantere Haldex-systeem dat andere modellen met dwars ingebouwde motor gebruiken, nooit meer dan 50 procent van het koppel naar de achteras kan versluizen. In de praktijk kan de Paceman JCW prat gaan op een verrassend evenwichtig rijgedrag. Natuurlijk kiest Mini voor een set-up die op de grens naar onderstuur neigt, maar dat blijft langer uit dan in de voorwielaangedreven modellen, en bovendien reageert de auto veel neutraler als je bij het uitkomen van een bocht te vroeg op het gas gaat.

De Mini Paceman John Cooper Works mist het rauwe randje van de gelijknamige driedeurs-Mini, maar kan dankzij zijn slimme vierwielaandrijving en uitgepuurde ophanging wel een ander, homogener soort rijplezier bieden. Alleen is hij wel erg duur. Om alleen nog maar in eigen huis te blijven: een BMW 135i met 320 pk kost slechts 2.000 euro meer...

U kunt de Eerste Test van de Mini Paceman John Cooper Works nalezen in AutoGids 871 van 20/3/2013.