Eerste test / Nissan Cube

De nieuwste Cube is niet meer ontworpen op basis van de Micra, maar staat wel op het B-platform. Deze nieuwe basis maakt gebruik van een voortrein die sterk vergelijkbaar is met die van de Note, maar de wielbasis is hier 7 centimeter korter (2,53 meter). De ophanging van de Cube werd voor Europa aangepast. Bij ons krijgen we de keuze tussen een benzine- en een dieselmotor. Het dieselgeluid is bij alle snelheden goed gedempt, maar bij stationair toerental, wanneer de auto stilstaat, is de 1.5 dCi goed hoorbaar. Omdat hij minder ruw is en elastischer uit de hoek komt in accordeonverkeer, geniet de 1.6 onze voorkeur in de stad. Deze trillingvrije motor is stil bij een rustige rijstijl en zo onhoorbaar bij stationair toerental dat je zou denken dat hij niet meer draait. Hij leent zich echter minder voor snelweggebruik. Nu is de Cube sowieso niet de ideale auto om in één ruk mee naar het zuiden van Europa te rijden.

De Nissan Cube verbaast vooral door zijn binnenruimte, functionaliteit en door tal van personaliseringsmogelijkheden via optionele details. Voor een auto van minder dan vier meter lang verbluft hij echter vooral door zijn interieurafmetingen. Niet alleen de hoofdruimte is opmerkelijk, maar de Cube verwent ook met een interieur met zachte, ronde vormen en een zacht licht dat doet denken aan een Japanse woonkamer.

De Nissan Cube is als nicheproduct een soort anti-Mini, in die zin dat de Engelsman een krap interieur heeft, maar schitterend rijdt, terwijl de Japanner absoluut ruim is en schitterend is om te delen. En dan is er natuurlijk nog het verschil in prijskaartje...
.