Eerste test / Porsche 718 Boxster & 718 Boxster S: verzoend met de geschiedenis

Concept

De verplichting om de gemiddelde hoeveelheid koolstofdioxide (CO2) te verlagen die door hun modellengamma wordt uitgestoten, noopt autoconstructeurs om niet alleen de cilinderinhoud van hun motoren te beperken, maar ook het aantal cilinders. De sportmerken hebben het meeste last van dit dilemma. Dus ook Porsche, dat nochtans altijd al een voorbeeld is geweest wat het verlagen van het specifieke verbruik betreft.

Op de Boxster, het instapmodel bij uitstek, worden de twee flat six-motoren – zescilinder-boxers met dus horizontaal tegenover elkaar liggende cilinders – vervangen door twee flat fours of viercilinder-boxers: zo maken de 2.7 (van 265 pk) en 3.4 (315 pk) van respectievelijk de Boxster en Boxster S plaats voor een 2.0 (van 300 pk) en een 2.5 (van 350 pk). Hoewel het verbruik met 13 procent daalde (respectievelijk met 0,6 en 0,9 l/100 km in de gecombineerde cyclus), ging de ‘pit’ er zeker niet op achteruit. Want net zoals in de nieuwe 911 gaat het hier om kleine drukgevoede boxers die het overnemen van grotere atmosferische ‘horizontale’ motoren.

Meer nog dan het vermogen (+35 pk in beide gevallen) gaat het koppel erop vooruit: 380 Nm voor de 718 Boxster (+100 Nm!) en 420 Nm voor de 718 Boxster S (+60 Nm). 4,7 en 4,2 seconden zijn de nieuwe optrektijden van 0 tot 100 km/u voor de twee versies, of 0,8 en 0,6 seconden beter dan hun voorgangers met atmosferische zescilinderboxer. Dat is op zich al opmerkelijk.

Wat er verandert

De Boxster krijgt voor de gelegenheid ook een prestigieus getal bij zijn naam: 718 verwijst namelijk naar de 718 Spyder, de erfgenaam van de 356 Speedster en 550 Spyder, die in de jaren zestig furore maakte in de autosport en daarmee de flat four (atmosferisch in die tijd) in de kijker zette. De puristen hoeven dus helemaal niet te klagen bij het zien van een viercilinder in het instapmodel van het Porsche-gamma. Dit motortype maakt deel uit van de merkgeschiedenis en was zelfs de oorspronkelijke architectuur.

Voorts gaat het hier niet om een nieuwe auto, verre van. Het kofferdeksel, de voorruit en de kap zijn onveranderd. Maar net zoals de jongste generatie van de 911 (eveneens met turbo) kreeg de Boxster nieuwe bumpers, nog meer uitgesproken plooien (in de deuren) en zijdelingse luchtinlaten of zelfs verlichting met een specifieke signatuur (ledkoplampen en vier witte leds in de achterlichten, die met elkaar verbonden worden door een zwarte strook).

Hoe rijdt hij?

In principe veranderde het chassis niet, maar het werd wel flink onder handen genomen met het oog op een dynamischer weggedrag. De stijfheid van de veren, schokdempers en stabilisatorstangen werd verhoogd, terwijl de achteras werd versterkt. En dat allemaal zonder te raken aan het rijcomfort. De snedigere stuurinrichting neemt elementen over van de jongste 911 Carrera. De achterbanden werden systematisch 1 duim breder, ongeacht de velgmaat (18, 19 of optioneel 20 duim). Ook de remmen werden aangepakt. Zo krijgt de 718 Boxster die van de oude Boxster S, terwijl de nieuwe S logischerwijze de voorste remklauwen en dikkere schijven kreeg van de 911 Carrera. Remkracht en uithoudingsvermogen zijn gegarandeerd, zelfs zonder een beroep te moeten doen op dure schijven van koolstofceramiek.

Wat de rijhulpmiddelen betreft, doet het anti-multicrashremsysteem zijn intrede, terwijl de stabiliteitscontrole PSM meer ruimte laat voor een sportieve rijstijl (met name op het circuit, dankzij de functie PSM Sport) en tegelijk meer bescherming biedt in kritieke omstandigheden (het PSM wordt opnieuw ingeschakeld bij een intens remmanoeuvre in het ABS-regelbereik totdat het rempedaal wordt losgelaten). De 718 Boxster (‘gewoon’ of S) laat zich dus meer op het scherp van de snee rijden, met meer sereniteit en meer marge. Om dat alles te verfijnen en de grenzen nog verder te verleggen, kan de S voor het eerst uitgerust worden met het gestuurde en met 20 millimeter verlaagde onderstel (PASM), om volop te genieten van de voordelen van de architectuur met centraal opgestelde motor (minder polaire inertie en een grotere bochtsnelheid). In feite ontdekt de Boxster de sportiviteit in een nieuwe dimensie, die grotendeels te maken heeft met de twee drukgevoede flat fours.

Technisch onderscheidt de Boxster S zich van de Boxster door een turbo met variabele geometrie (een exclusiviteit die tot op heden alleen was weggelegd voor de 911 Turbo). De turbineschoepen blijven echter vast: er wordt een tweede overdrukklep gebruikt om de uitlaatgasstroom beter te benutten. In beide gevallen daalt de turbodruk niet wanneer het gaspedaal kort wordt losgelaten, zodat de viercilinder-boxermotor even goed reageert als een dikke atmosferische krachtbron, gegarandeerd zonder turbogat. De zeer verzorgde uitlaatlijn produceert een doffer, maar nauwelijks minder opwindend geluid – vooral op de S – dan die van een zescilinder-boxer. Vooral wanneer je de knop indrukt die de kleppen in het uitlaatsysteem bedient om de intensiteit en het repertoire van de sound te beïnvloeden. We worden door melancholie overmand wanneer we bij stationair toerental en lage belasting het acyclische ritme – een licht metalig gekletter – van de oude flat fours ontwaren, van de Kever, de Karmann, de 912 enzovoort. Deze turbomotoren halen trouwens met evenveel gemak als een atmosferische motor 7.500 tr/min. Het beste van twee werelden …

Budget/uitrusting

Met een basisprijs van 56.144 euro kost de 718 Boxster ongeveer 3.000 euro meer dan de Boxster 2.7, terwijl de 718 Boxster S (68.849 euro) er 4.000 duurder is dan de oude Boxster S 3.4. Maar denk vooral niet dat je voor dat geld een betere standaarduitrusting krijgt. Zoals steeds bij Porsche blijft alles optie. Of toch bijna alles.

De concurrenten

Wat de concurrentie betreft, vinden de viercilinders van de 718 Boxster en Boxster S weinig meer op hun pad dan de verouderende BMW Z4 (35i met 306 en 35is met 340 pk) en de Mercedes-AMG SLC 43 Roadster (367 pk), die logischerwijs minder duur zijn.

Ons verdict

Hoewel de drukgevoede viercilinder-boxermotoren de Boxster niet lichter maken, blazen ze het model een geestdrift in die het nog niet kende met de atmosferische flat six. Soms is vier dus meer dan zes.