Het concept
We vertellen niets nieuws als we zeggen dat de Renault Alaskan als vrucht van de samenwerkingen binnen de Alliantie Renault-Nissan-Mitsubishi gebruik maakt van alle Japanse knowhow op het vlak van pick-ups. Hij is zo goedkoop mogelijk ontwikkeld zodat hij voor een minimale kostprijs Renault introduceert in een markt die de constructeur onbekend is. Maar op commercieel vlak is het wel elk voor zich. Met zijn charmante tronie zou de Alaskan zijn Japanse tweelingbroer wel eens in de schaduw kunnen zetten en, waarom niet, misschien zelfs de koning van het segment, de Ford Ranger, aan het wankelen kunnen brengen.
- Elegante pick-up
- Rijcomfort
- Verbruik
- Slome automaat
- Formaat (5,40 meter)
- Interieur nog te ‘Nissan’
Wat er verandert
Uiteraard kan je hier het spelletje “zoek de zeven verschillen” gaan spelen met de Nissan Navara. Heel de voorkant – met inbegrip van de vleugels –, de achterlichten en de laadklep zijn hertekend. Het meest onderscheidende element zit hem uiteraard in de ledkoplampen met hun C-vorm, die we op alle recente Renault-producten zagen opduiken. Verder wordt alles van Nissan overgenomen, zoals de deuren, de laadbak maar ook het interieur, met inbegrip van het dashboard en het infotainmentsysteem. Spijtig, want een R-Linksysteem zou een echte plus geweest zijn in dit segment. Anderzijds zijn we in een dergelijke mastodont maar wat blij met de 360 graden-camera van Nissan. Voor de motor kunnen we spreken van een gerechtvaardigd gebruik, want hoewel de 2.3 dCi met 160 of 190 pk (naargelang hij 1 of 2 turbo’s heeft) is overgenomen van de Navara, is hij in de basis een Renault-product en wordt hij in Frankrijk gemaakt.
Hoe hij rijdt
De Alaskan blijft een pick-up die soms wat bruut reageert op oneffenheden, maar hij geeft wel voorrang aan het comfort. Net zoals de Navara houdt de vijfarmige achterwielophanging (met daartussen nog steeds een starre as) met schroefveren dit imposante gevaarte (bijna 5,40 meter lang en 2 ton) meer dan voldoende onder controle. Onze 2.3 met 190 pk biedt voldoende vlotte hernemingen en blijkt vrij zuinig voor het segment met zijn verbruik van 8,8 l/100 km volgens onze boordcomputer aan het eind van de test. Op een offroadparcours beklimt de Alaskan modderige hellingen en forse obstakels zoals een echte terreinwagen. Kortom, na een testrit van bijna 300 kilometer vonden we de Alaskan allesbehalve saai.
Budget & uitrusting
Het gamma begint bij de handgeschakelde 2.3 dCi 160 pk voor 35.775 euro, met het uitrustingsniveau Hayes. Voor ongeveer 10.000 euro meer trakteer je jezelf op de topversie met de 2.3 met 190 pk en automaat in het uitrustingsniveau Denali. De twee tussenversies Hunter en Foraker klimmen geleidelijk aan op in het gamma. De 4 ongebruikelijke namen van deze versies komen van de 4 hoogste punten van de staat Alaska. Op het programma staan maar weinig opties: metaalglanslak (600 euro), een vergrendelbaar differentieel achteraan (750 euro), het pack Visio met ledkoplampen (1.150 euro maar standaard op Denali) en het schuifdak (700 euro). Opmerking: in Europa is de Alaskan enkel verkrijgbaar met een dubbele cabine en 5 zitplaatsen.
Concurrentie
Het stuift in de zandbak: Ford Ranger, Nissan Navara en Volkswagen Amarok, maar ook Mitsubishi L200, Fiat Fullback en uiteraard de Toyota Hilux. Pick-upliefhebbers hebben keuze te over. Op dat strijdveld speelt de Alaskan de kaart van de uitstraling, van een chiquer imago en van zijn aansluiting bij de rest van het Renault-gamma.
Ons verdict
Aangezien het voor Renault dankzij zijn Alliantie zo gemakkelijk was om hem te ontwikkelen in een markt die mooi groeit, was het voor de Fransen onmogelijk aan de lokroep van de pick-ups te weerstaan. De Alaskan is elegant, comfortabel en dapper zodra hij zijn mouwen moet opstropen en kan zowel klanten verleiden die echt een pick-up nodig hebben als fiscale opportunisten die opzien tegen de werkingskosten van een SUV.
In dit artikel : Renault
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!