Dat Renault zo lang heeft gewacht met zijn eerste hybrides, doet enigszins verbazen. We kennen het Franse merk als pionier in elektrische wagens – de eerste generatie van de Zoé stond al in 2012 in de showrooms – maar nu, pas acht jaar later, vinden deze E-Tech-hybrides hun weg naar de showrooms. Als reden waarom het dan toch overstag gegaan is, noemt Renault de steeds strenger wordende milieunormen, de druk van sommige ngo’s en de opkomst van milieuzones in stadscentra. Als het dan toch hybrides moest maken, dan wilde Renault dat het liefst doen met de kern van zijn gamma. Logisch, want waarom zou je zoveel geld steken in de ontwikkeling van een aandrijflijn als je hem vervolgens niet goed kunt verkopen? De drie populairste modellen mochten dus langs de elektrifieringsafdeling, te weten de Clio, de Captur en de Mégane. De Clio is daarbij een zelf ladende hybride (zie de pagina’s hierna), terwijl de Captur en deze Mégane Grandtour E-Tech een grotere batterij hebben die aan de stekker kan worden opgeladen.
Toch maken ze alle drie gebruik van dezelfde 1,6-liter-benzinemotor in tandem met twee elektromotoren: eentje als starter-generator-synchronisator en eentje die de wielen rechtstreeks aandrijft. De techniek is modern, maar volgens Renault niet complex, wat de betrouwbaarheid ten goede zou moeten komen. De benzinemotor is atmosferisch en draait volgens de Atkinson-cyclus, terwijl de versnellingsbak ook compacter is dan een gewone automaat. Bijzonder is dat deze gerobotiseerde bak beschikt over een klauwkoppeling en het doet zonder synchronisatieringen.
- Rustgevend rijgedrag
- Aantrekkelijk én haalbaar elektrisch rijbereik
- Geen ruimteverlies
- Dure aanschafprijs
- Trage reactie bij volgas
- Filterin met R.S. Line
In dit artikel : Renault, Renault Mégane
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!