Of het nu gaat om een Sport of een Cup (voor liefhebbers van zondagse circuituitstapjes), de nieuwe Mégane RS doet altijd een beroep op dezelfde motor. Dat is nog steeds de goeie ouwe tweeliter F4R, maar die ontwikkelt hier 250 pk en 340 Nm. De manuele zesversnellingsbak PK4, die van Renault-makelij is en niet van bij Nissan komt, zoals die in de vorige Mégane RS, kreeg ingekorte verhoudingen, terwijl ook de bediening (schakelwegen, vergrendelingen) werd aangepast aan de sportieve pretenties van het geheel. De nieuwe Mégane RS neemt wel de McPherson-voorophanging met onafhankelijk scharnierpunt over van zijn voorganger (een techniek waarbij de naloop aan de fusee wordt verminderd om parasitaire reacties in het stuur te verminderen), maar toch onderging de voortrein enkele wijzigingen, voornamelijk om het niet-opgehangen gewicht te drukken. Bovendien heeft Renault Sport ons een groot plezier gedaan door een ESP met drie standen te ontwikkelen: ingeschakeld, met een hogere interventiedrempel of volledig uitgeschakeld (ook de noodremhulp). Daar kunnen we alleen maar blij mee zijn. Van bij de eerste meters dwingt de RS respect af. Deze sportieveling heeft niets meer te maken met de zo bekritiseerde versie uit 2004. Alles bij elkaar komt alleen de versnellingsbak wat roet in het eten gooien, door zijn trage en soms haperende bediening. Het weggedrag is hier ronduit inspirerend: de Mégane RS geeft blijk van een flinke dosis levendigheid en een opmerkelijke nauwkeurigheid, maar ook van een zeer grote stabiliteit in snelle bochten.
Wis de RS van 2004 uit uw geheugen. De nieuwe Mégane RS is dermate efficiënt en spontaan dat hij het misschien wel moet kunnen opnemen tegen de krachtigere Ford Focus RS (305 pk). En des te meer trouwens omdat hij zijn waaier van kwaliteiten tegen een zacht prijsje aanbiedt (26.950 euro). Daar komt vast een hevige strijd van...
In dit artikel : Renault, Renault Mégane