Eerste test / Saab 9-3 2.0T Aero Cabrio

De Saab 9-3 Cabrio wordt bij ons aangeboden in drie versies: 1.8t (tweeliterturbo met 150 pk), 2.0t (tweeliterturbo met 175 pk – een versie die uitgebreid werd getest in nummer 630 van AutoGids) en 2.0T (tweeliterturbo met 210 pk). Deze laatste is de Aero. Het gaat hier dus driemaal om een versie van hetzelfde nieuwe motorblok van 1998 cc. In het geval van de Aero zit daar wel een hogedrukturbo van Mitsubishi (TD04) opgeschroefd, die een overdruk van 0,85 bar levert, tegenover de 2.0t met 175 pk, waar een Garrett GT20-turbo 0,7 bar produceert. De Aero Cabrio accelereert in 8,0 seconden van 0 tot 100 per uur en haalt een top van 230 per uur. Dat is zowat een seconde en 10 km/h sneller dan de 175 pk sterke 2.0t. Geen krachtpatser van het formaat van de Viggen, maar wel een aangename en zeer vlot rijdende cabrio. Als Cabrio heeft deze sportieve Aero dezelfde troeven als zijn minder krachtige broers. Hij zit ergonomisch zeer gezond in elkaar. Stoelen en rijhouding zijn uitstekend en lange trajecten maal je zonder pijntjes af. Met de kap open, iets wat slechts 20 seconden in beslag neemt en volledig automatisch gebeurt, heb je heel weinig last van tocht, en zelfs zonder het windnet valt dat zeer goed mee, ook al omdat je vrij diep in de auto kan gaan zitten. Met de kap dicht is het niet de stilste cabrio, zeker niet ter hoogte van de zijruiten en het zicht schuin naar achter is eerder beperkt. Achterin is er plaats voor twee volwassenen, en de achterbank is prima vormgegeven. Als de voorste inzittenden wat water in hun wijn doen, hebben de achterpassagiers zelfs voldoende beenruimte.