Eerste test / Saab 9-5

Als GM het Zweedse merk niet van de hand had gedaan, zou de 9-5, het nieuwe topmodel van Saab, in Duitsland gebouwd geweest zijn, naast de grote Opel waarvan hij - onder meer - het platform en de ophanging overneemt. Terwijl beide modellen dezelfde spoorbreedte hebben (1.585 millimeter, zowel voor- als achteraan), is de Zweedse berline langer (100 millimeter wat de wielbasis betreft, 180 millimeter in het totaal als gevolg van een grotere achteroverhang), breder (10 millimeter) en lager (50 millimeter) dan de Insignia. Het koffervolume groeit daarbij van van 490 naar 515 liter.

De Saab heeft niet alleen specifieke afmetingen, maar ook een eigen persoonlijkheid en unieke afstellingsprincipes. De naar de bestuurder gerichte middenconsole en instrumenten geven de bedieningspost de sfeer van een echte Saab. De elektronische sleutel die nog dienstdoet in de 9-3, is bij de 9-5 vervangen door een keyless go-sleutel met startknop op de middentunnel tussen de twee stoelen.

We hebben het XWD getest op circuit, in een 2.8 T, die niet kan worden besteld zonder deze vierwielaandrijving. Deze drukgevoede V6 van Australische origine (Holden) heeft hier een eigen motorsturing (300 pk in de 9-5, tegenover 260 in de Insignia 2.8 T en 325 pk in de Insignia OPC). Onze 9-5 2.8 T, die was uitgerust met de gestuurde schokdemping Saab DriveSense (FlexDrive bij Opel), bleek moeilijk op een fout te betrappen.

Zijn lot heeft aan een zijden draadje gehangen, maar uiteindelijk maakt de Saab 9-5 dan toch zijn entree. En gelukkig maar: de nieuweling biedt de gemoedsrust van een grote Scandinaaf en de zekerheid dat het niveau van passieve veiligheid ver boven de EuroNCAP-normen ligt. Vijf sterren plus dus... Bovendien hoeft hij qua aankledings- en uitrustingsmogelijkheden de gevestigde waardes in zijn segment niets te benijden.