Eerste test / Exclusieve webtest: SsangYong Chairman W Kaiser

Wist u dat SsangYong de oudste Koreaanse autobouwer was? Het is ook de kleinste, met een jaarlijkse productie van nauwelijks 150.000 auto’s voor de hele wereld. Dat zijn in hoofdzaak SUV’s (de kleinste is de onlangs geïntroduceerde Tivoli). Maar de kleine Koreaan produceert ook al sinds geruime tijd een buitenbeentje: een limousine gebaseerd op een (oudere) S-Klasse van Mercedes. SsangYong heeft een bewogen geschiedenis achter de rug en stond een tijd terug (in 2010) nog op de rand van de afgrond, tot het in het Indische Mahindra & Mahindra een ietwat onverwachte koper vond voor 73% van zijn aandelen, de rest bezit nog altijd de Koreaanse staat. Dat laatste zal ongetwijfeld ook meespelen in het feit waarom SsangYong nog altijd deze auto bouwt, de Koreaanse overheid lust er ook wel pap van, van deze doorgaans zwarte limousines met verdonkerde ruiten voor haar dignitarissen.

Het concept

De Koreanen zijn redelijk dol op grote berlines en zelfs limousines, getuige daarvan het feit dat het D-segment (gezinsberlines en dergelijke) en nog groter haast een vierde van de markt uitmaakt op het zuidelijke deel van het schiereiland. Zowat elke Koreaanse constructeur heeft dan ook zo’n “staatskaros” op zijn programma staan, Hyundai heeft er zelfs een apart merk voor (herinner u de test van de Equus in AutoGids enkele jaren terug). Ze schrikken evenmin terug voor pompeuze namen, getuige daarvan bijvoorbeeld de Hyundai Grandeur en dus ook de SsangYong… Chairman.

De Chairman is ontstaan uit de band die de kleine Koreaan vroeger had met het grote Daimler (herinner u de Mercedes-motoren in de Rhodius, Rexton en andere Musso’s) en de Koreanen kregen van Mercedes dan ook de technische organen en de structuur van de toenmalige Mercedes S-Klasse cadeau om er hun eigen koets en interieur op te enten.

Wat is nieuw?

Die koets dus en het interieur dat erin werd gemonteerd. Het is niet helemaal duidelijk van welke S-Klasse de hele techniek stamt, maar ze is toch vrij recent aangezien de auto hoofdzakelijk met vierwielaandrijving wordt aangeboden. Onder de kap zitten (oudere) benzinezescilinders (in lijn) van Mercedes (2,8, 3,2 of 3,6) en in het topmodel de V8 vijfliter van voorheen. De auto is in verschillende uitvoeringen verkrijgbaar, luisterend naar exotische namen als Prestige, Executive, VIP, VVIP (?), Limousine en last but not least Summit, een verlengde versie (met opvallend tussenstuk) die binnenin het comfort en de ruimte wil leveren van bijvoorbeeld een S-Klasse Maybach of BMW 7-Reeks L.

Hoe rijdt hij?

Onze versie was een Kaiser-uitvoering (nieuw voor 2016) van de Chairman W en we reden zowel de V6 3.6 als (heel eventjes) de V8, meer bepaald de persoonlijke auto van de CEO van SsangYong, Johng-Sik Choi. Je vlijt je neer in zachte fauteuils die veelvuldig elektrisch verstelbaar zijn en uiteraard met leder bekleed, rondom jou zie je verwoede pogingen om de overige afwerking zo chique te maken als in vernoemde Maybach maar soms goed uitgekiende en uitgevoerde afwerkingsonderdelen worden dan afgewisseld met kunststoffen waar we zelfs in (bijvoorbeeld) een Ford Mondeo al kritiek op hebben.

De V6 waarmee we eerst rijden komt goed uit de voeten, maar hij rijdt niet echt opulent, dat doet de V8 wel. De ophanging is duidelijk op zijn Amerikaans afgesteld, met een gevoel van een zwevend tapijt als je de auto (en de belangrijke inzittenden achteraan) niet bruskeert, maar met een deinend en zwalpend geheel eens je de beuk erin gooit en het wegdek er minder dan mooi effen bij ligt. De stoelen zijn dan ook te zacht en accentueren het “Das Boot”-gevoel. Voor het overige worden de inzittenden verwend met alle goodies, maar qua moderne rijhulptechnieken weet de auto nog niet alles te bieden, hoewel bijvoorbeeld afstandsradar en rondzichtcamera’s van de partij zijn. Achterin kunnen de passagiers ondertussen naar een uit de middenconsole opklappend scherm kijken om TV te kijken of video’s af te spelen.

Wat kost hij?

De grote troef van deze Chairman. De instapprijs voor de kleinste V6 met de minst luxueuze uitvoering kan je al voor 55 miljoen Koreaanse won krijgen, omgerekend zo’n goede 40.000 euro. Aan het andere eind van het prijzenscala heb je de verlengde Summit en die kost met 110 miljoen Won net het dubbele, een goede 80.000 euro dus. Daartussen zit nog heel wat, de V8 van onze CEO bijvoorbeeld voor zo’n 67.000 euro. Alvorens u nu naar een Belgische dealer van SsangYong holt, bespaar u de moeite, de auto wordt in Europa niet verkocht. Nog niet zo lang geleden werden er van zijn voorgangers tot 12.000 exemplaren verkocht per jaar, maar met Rusland en China zijn de twee grootste afzetmarkten (om verschillende redenen) voor SsangYong weggevallen.

De concurrenten

Andere Koreanen in de eerste plaats, aangezien hij voorlopig nog bijna enkel op de thuismarkt te krijgen is. We denken daarbij in de eerste plaats aan de Equus (van Hyundai), die binnenkort wel naar het Genesis-modellengamma zal verhuizen, maar in Korea rijden nog wel een paar van die redelijk bombastische auto’s rond die allen strijd leveren voor de (beperkte maar toch nog vrij ruime) afzet bij overheid en bedrijfs-CEO’s die graag laten merken dat ze het gemaakt hebben. Een dergelijke auto naar hier brengen zou trouwens weinig zin hebben, de Europeanen houden niet zo van dat wat pocherige gedoe en als ze dan toch een limousine willen gaan ze bijna altijd voor de “echte” Duitse versies.