Eerste test / Subaru e-Boxer: Logische stap

Het concept

Op het Oude Continent is Subaru altijd al een relatief kleine speler geweest. In een poging om daarin verandering te brengen kwam de eigenzinnige Japanse constructeur in 2008 uiteindelijk met een volledig zelf ontwikkelde dieselmotor, die trouw bleef aan de boxerarchitectuur die het merk zo na aan het hart ligt. Die 2.0D werd speciaal klaargestoomd om de Europese autokoper te behagen en werd als eerste in gebruik genomen door de Legacy en zijn Outback-afgeleide. De boxerdiesel werd destijds zeer positief onthaald, met name vanwege zijn aangenaam zachte en stille werking (voor een zelfontbrander welteverstaan) en zijn soepele karakter.

Maar hoewel uit proeven zou zijn gebleken dat deze motor nog wel wat meer potentieel had dan de 150 pk waarmee hij werd aangeboden (naar verluidt 170 tot zelfs 210 pk), bleven belangrijke evoluties uit en leek het alsof de Japanners hun interesse wat verloren waren. En aangezien diesel de voorbije uit de gratie is gevallen en het bovendien nog eens forse investeringen gevergd zou hebben om de 2.0D aan te passen met het oog op de huidige uitstootnormen (Euro 6d Temp en WLTP), werd beslist om de stekker uit ’s werelds enige boxerdiesel te trekken, na in totaal zo’n 160.000 geproduceerde exemplaren.

Maar (norm)verbruik en uitstoot worden steeds meer een issue – en laat de boxerarchitectuur nu net op dat vlak minder goed uit de verf komen (iets waaraan ook de permanente vierwielaandrijving, dat andere stokpaardje van Subaru, weinig goed doet). En dus moesten de ingenieurs wel met een oplossing komen om het verbruik van hun modellen en hun gemiddelde vlootuitstoot te milderen. En dus werd gekozen voor elektrificering. Met een aandeelhouder als Toyota is het eigenlijk nog straf dat dat zolang geduurd heeft... Nochtans heeft Subaru’s hybride aandrijfgeheel, dat e-Boxer werd gedoopt, weinig gemeen met de technologie van die specialist ter zake.

Wat er verandert

Onder het motto ‘Hybrid, the Subaru way’ stelde het merk op het salon van Genève zijn volledig nieuwe Forester voor, die van bij het begin wordt aangeboden als e-Boxer, evenals de Europese XV met dezelfde technologie. Concreet gaat het om een systeem waarbij een elektromotor van 12 kW (17 pk) en 65 Nm werd geïntegreerd in de behuizing van de CVT-versnellingsbak, die voor de gelegenheid ook een elektrische oliepomp kreeg om te kunnen blijven werken wanneer het stop-startsysteem de verbrandingsmotor uitschakelt. De elektromotor wordt gevoed door een luchtgekoelde lithium-ionbatterij van 118 volt (bestaande uit 32 cellen), die samen met de omvormer onder de koffervloer werd ondergebracht (waardoor de reservewielbak wegvalt).

Tot zover weinig nieuws onder de zon. Het originele is echter dat de benzinemotor onder de kap, noblesse oblige, nog altijd een boxermotor is, in casu de tweeliter-viercilinder van het huis, en dat Subaru’s gerenommeerde Symmetrical All Wheel Drive behouden is gebleven. Hier geen ‘nep-vierwielaandrijving’ dus, waarbij de ene as wordt aangedreven door de verbrandingsmotor en de andere door de elektromotor. De gewichtsverdeling wordt trouwens amper beïnvloed, want het meergewicht in vergelijking met de benzineversie wordt bijna gelijk verdeeld over beide assen: 50 kilo vooraan en 60 achteraan.

De elektromotor is er vooral om de verbrandingsmotor te ondersteunen of een extra boost te geven. Dat gebeurt vanaf 4 km/u of – met de allewegenfunctie X-Mode ingeschakeld – zodra de auto zich in beweging zet. De elektromotor kan wel de auto op zijn eentje voortbewegen, maar slechts over een afstand van pakweg een tot anderhalve kilometer en tot maximaal ongeveer 40 km/u, en dan nog mag je het gaspedaal niet te diep intrappen. Bovendien is er geen EV-knop waarmee je zelf de volledig elektrische modus kunt inschakelen. Subaru gaat er echter prat op dat het extra elektrische koppel vooral zijn nut bewijst bij het overwinnen van obstakels en bij het hernemen.

Europese homologatiecijfers zijn nog niet beschikbaar, maar Subaru mikt op een CO₂-normuitstoot van net onder de 150 g/km voor de XV e-Boxer en van net onder 155 g/km voor de Forester e-Boxer. De prestaties van de Europese modellen zouden iets beter moeten zijn dan die van de voor de Chinese markt bestemde exemplaren waarmee wij alvast exclusief konden rijden (0 tot 100 km/u in respectievelijk 10,8 en 11,1 seconden voor de XV en de Forester).

Hoe hij rijdt

Voor een eerste kennismaking met zijn hybride aandrijfgeheel stuurde Subaru ons naar Driving Camp Pachfurth, in de buurt van Wenen, waar we zowel de XV als de nieuwe Forester met e-Boxer-technologie aan de tand konden voelen op een handling- en offroadparcours. Daar konden we vaststellen dat de auto’s zich niet echt anders gedragen dan hun tegenhangers met enkel een verbrandingsmotor, tenzij misschien wanneer je erg brutaal met het gaspedaal omspringt; dan durft zich al eens een schokje voor te doen bij het omschakelen van elektrische naar hybride modus. Niks dramatisch echter, en bovendien leent de CVT-versnellingsbak Lineartronic zich toch niet voor een dergelijke rijstijl.

Het onderstel reageert daarentegen nog altijd levendig en perfect evenwichtig, zoals we dat gewoon zijn van Subaru. Op het handlingparcours (slalom, nat wegdek, remmen op verschillende ondergrond links-rechts, enzovoort) kwamen de voordelen van Subaru’s Symmetrical All Wheel Drive nog eens tot uiting. En op de schrikwekkend steile hellingen van het offroadparcours bleek het extra koppel van de elektromotor inderdaad handig en bewezen beide Subaru’s nog maar eens hun kwaliteiten als uitgelezen allewegenauto’s.

Ons verdict

Hoeveel de XV en Forester e-Boxer bij ons moeten kosten, kon Subaru ons nog niet zeggen, en ook de exacte normcijfers qua verbruik en uitstoot waren nog niet gehomologeerd. Voor de XV zou het verbruik in de stad zo’n 11 procent lager liggen dan voor de klassieke tweeliter, maar of dat zal volstaan om competitief te zijn op onze markt…?