Eerste test / Toyota Supra : Veelbelovend

Historisch gezien is de Supra een nakomeling van de magnifieke 2000GT (een tweezitscoupé met voorin een zescilinder-in-lijn en achterwielaandrijving, waar van 1967 tot 1970 slechts 351 exemplaren van zijn gebouwd). Na een afwezigheid van meer dan zestien jaar – de vierde generatie, de A80, werd in 2002 uit productie genomen –beleeft het model zijn grote comeback. Deze terugkeer, waar fans van over heel de wereld al jaren naar uitkijken, is te danken aan de gepassioneerde Tetsuya Tada, hoofdingenieur van het A90-project.

Die laatste stond voordien ook al aan de wieg van de GT86. En net zoals dat model ontworpen is in samenwerking met Subaru, is ook de Supra de vrucht van een gezamenlijke ontwikkeling, in dit geval met BMW. Maar daar houdt elke vergelijking op. Terwijl de Subaru BRZ en de Toyota GT86 enkel verschillen door hun kleuren en logo’s, zijn er veel minder gelijkenissen tussen de toekomstige Supra en de nieuwe Z4 van de Beierse constructeur.

De samenwerking tussen BMW en Toyota is trouwens niet nieuw. Vergeet niet dat de eerste Mini Diesel (die dus door BMW werd gemaakt) een 1.4 van Toyota gebruikte. Dat avontuur duurde niet erg lang, want niet veel later leverde PSA zijn 1.6-diesel… tot wanneer BMW het project weer in eigen handen nam en zijn nieuwe dieselmotor op zijn beurt met Toyota begon te delen. Maar de Duits-Japanse wortels voor de nieuwe Supra gaan al terug tot 2012, want in dat jaar tekenden beide constructeurs een samenwerkingsakkoord rond elektrische mobiliteit (batterijen, brandstofcellen), technieken om voertuigen lichter te maken (koolstofvezel) en… de gezamenlijke ontwikkeling van een sportwagenplatform.