Eerste test / Volkswagen Golf Cabriolet

Op technisch vlak hoefde VW niet het warm water opnieuw uit te vinden. De VW-groep heeft al een cabriolet op basis van het huidige Golf-platform in haar rangen: de Audi A3 Cabriolet. Bij Volkswagen heb je sowieso recht op het drielagige dak dat volautomatisch opengaat. De kap openen gaat vliegensvlug (9 seconden) en kan ook terwijl de auto rijdt. Het geheim van dit snelle mechanisme schuilt in zijn slimme Z-vorm, die maakt dat het geheel in één soepele beweging achterover kan klappen, terwijl bij de meeste andere cabriokappen eerst een klep boven de koffer moet openscharnieren om daarin plaats te bieden aan het dak.

De Golf Cabriolet rijdt net zoals elke andere Golf, en dat is een hele prestatie. Zelfs op de slechtste wegen voelden we niet de minste trilling in de stuurkolom en ook de binnenspiegel sidderde nooit. Hooguit merk je in snel genomen scherpe bochten dat hij een ietsje vroeger onderstuurt dan zijn gesloten broer, maar dat heeft meer te maken met zijn hogere gewicht. Sowieso is de stilte in het interieur met zowel geopende als gesloten kap indrukwekkend voor een cabriolet. Er is nog een verschil met de berline, maar niet in die mate dat je er de cabrio voor zou moeten laten staan.

De nieuwe Golf Cabriolet is een echte Volkswagen: al vanaf de eerste meters aan het stuur voel je hoe het merk-DNA diep in deze auto is ingewerkt. Hij is comfortabel, loopt niet over van de rijdynamiek, maar biedt toch voldoende rijplezier en is uitgerust met zuinige motoren. De volautomatische kap isoleert perfect en de koetswerkstijfheid is boven alle twijfel verheven. Op het zicht rondom en de kleine kofferopening na kunnen we maar weinig kritiek bedenken op deze vierzitscabrio.