Eerste test / Volkswagen Polo : volgroeid

Wat is nieuw? 

Zowat alles. De Polo is de tweede “kleine” in de grote VW-familie die nu van het MQB A0 platform gebruik maakt, na de recent gelanceerde Seat Ibiza. Ook het kleedje is helemaal nieuw en de auto ziet er een stuk volwassener uit, gespiederder ook. Niet verwonderlijk, hij is ook een stuk groter geworden, zo’n 8 cm in de lengte en 7 cm in de breedte, op een bijna 10 cm langere wielbasis. De binnenruimte is navenant vergroot, ook de kofferruimte, zodat de nieuwe Polo nu zowat de binnenruimte biedt van de vroegere… Golf IV. Toch hadden we qua vormgeving, die zeker een stuk expressiever is dan de toch wel erg gewone voorgangers, nog graag iets meer verwacht dan de looks van een “kleine” Golf, de nieuwe Ibiza scoort daar toch sterker. Binnenin laat VW nu wel, indien gewenst, het grauwzwarte vallen ten voordele van felle kleuren, terwijl de afwerking duidelijk op niveau is. Zoals heel wat concurrerende merken (maar in tegenstelling tot Ford met zijn nieuwe Fiesta) biedt VW geen 3-deurs versie meer aan van deze Polo, de verkoop ervan bedroeg hoogstens een vijfde van het totaal (en dan nog vooral voor verhuurbedrijven) en dat vonden de marketingmensen bij VW niet meer de moeite.

De parallel met zijn beroemde grotere broer trekt zich ook op andere vlakken door: hij gebruikt voor een groot deel dezelfde motoren, tot de tweeliter TSI van 200 pk toe voor de komende GTI-versie, staat op een verwant platform en biedt nu ook een hele reeks rijhulpsystemen die VW een tijd terug op de Golf introduceerde en die nu langzaam naar “beneden” druppelen. Onder meer Front Assist en City Emergency Braking (met voetgangersherkenning) zouden  standaard worden, net zoals op de Golf. 

Hoe rijdt hij? 

We reisden voor een eerste kennismaking even over en weer naar Hamburg, om daar in de Elbe-omgeving met drie versies van de al gekende en gereputeerde eenliter driecilinder te rijden, een atmosfersiceh basisversie met 75 pk en twee TSI’s (met turbolading) van respectievelijk 95 en 115 pk. VW verwacht trouwens dat het leeuwenaandeel van de Polo-verkoop met deze benzinedriepitter zal gebeuren en voorziet voor de 1.6 TDI turbodiesel slechts een aandeel van 15%, terwijl de TGI CNG-versie van 90 pk toch ook 5% klanten zou moeten overtuigen.

Van de 3 gereden versies leek de 95 pk TSI ons de zachtst draaiende en soepelste, de 115 pk-versie van dezelfde motor toonde zich uiteraard zeer fluks (de grotere Polo weegt niet meer dan zijn voorganger), maar draaide iets minder soepel en was wat rumoeriger, terwijl zijn 6-bak niet zo vlot schakelde als de vijfbak op de twee lagere versies. Ook de kleine, atmosferische eenliter (met in dit geval 75 pk, 65 pk is bij ons ook nog mogelijk maar die konden we (nog) niet rijden) voelt niet ondergemotoriseerd aan (toch niet met 2 inzittenden) en toonde zich heel soepel in de hernemingen.

De Polo is ook de eerste in dit segment die met een gestuurde demping kan verkregen worden, maar ook de normale ophanging zorgt voor een goed comfort, hierbij geholpen door uitstekend zittende stoelen. Achterin is duidelijk meer plaats dan in de voorganger en in de kofferruimte kan ook aardig wat meer (70 liter volgens de normmeting).

Qua wegligging hebben we evenmin te klagen, dat was al grotendeels zo bij de voorganger, maar de nieuweling lijkt ons levendiger te rijden en kwieker en nauwkeuriger in te sturen. De landwegen rond Hamburg waren redelijk druk bereden en niet van die aard dat we het onderste uit de kan konden halen qua rijgedrag, daarvoor moeten we dan maar wachten op onze vertrouwde wegen. 

Wat kost hij? 

Op het ogenblik dat we dit schrijven, lijken de eerste prijzen binnen te druppelen. De instapversie (Trend met 1.0 van 65 pk) blijft met 14.990 euro ongeveer op hetzelfde prijsniveau als zijn voorganger, de 75  pk-versie kost 1.000 euro meer en de 1.0 TSI van 95 pk doet daar nog eens 1.000 euro bovenop. Gezien de vergroting in volume en het betere standaarduitrustingsniveau is dat een serieuze inspanning van invoerder D’Ieteren, maar het is wel zo dat de Polo in zijn segment tot de duurdere modellen blijft behoren. Aangezien er nu ook zoveel “dikkere” motoren beschikbaar worden en ook weer zoveel meer opties kunnen verkregen worden, mag je niet schrikken als er ook Polo’s van 25.000 euro en meer zullen zijn en dan hebben we het nog niet over de GTI uiteraard. 

Wie zijn de concurrenten? 

De Polo zit in een van de grootste en hardst bevochten segmenten van de markt, zowat elke “generalist” heeft dus een of meerdere modellen in de aanbieding en zelfs de premium merken beginnen er zich voor te interesseren (cfr. de komende, volledig nieuwe Audi A1 uit de eigen groep). De grootste concurrenten zijn voor de hand liggend en zeker wat de Fransen betreft (Citroën C3, Peugeot 208, Renault Clio) een stuk goedkoper qua instapprijs. Daarnaast is er de bestseller van Ford, de eveneens spiksplinternieuwe Fiesta (haast even duur), de al wat oudere (maar goedkopere) Opel Corsa, de eerder genoemde en technisch gelijke Seat Ibiza (ook minder duur) en de even dure (onlangs gefacelifte) Toyota Yaris. In deze opsomming mogen we zeker ook niet de Koreanen vergeten, zijnde de Hyundai i20 en vooral de splinternieuwe Kia Rio die recent nog een vergelijkingstest won in AutoGids. 

ONS VERDICT 

Met de komst van de zesde generatie is de VW Polo helemaal volwassen geworden. Gelukkig oogt hij ook iets vrolijker, vooral binnenin, uiterlijk had hij voor ons nog wat sterker mogen evolueren, maar zo kennen we ze niet bij VW. Hij is ook een stuk ruimer dan zijn voorganger en dat merk je aan interieur- en kofferruimte.

Technisch gezien komt de nieuweling nu ook wel heel sterk bij de Golf aanleunen, aangezien niet alleen heel wat motoren maar ook (gedeeltelijk) het platform en een boel rijhulpsystemen nu ook in de Polo te krijgen zijn. Een serieuze vooruitgang, waarvoor wel betaald moet worden, zeker in vergelijking met sommige concurrenten.