Eerste test / Volkswagen T-Roc Cabrio : geen hoogtevrees

De boog kan niet altijd gespannen staan. Als je auto’s zoals de Polo, de Golf en de Passat ontwerpt, verdien je een verzetje. Dan wil je af en toe even buiten de lijntjes mogen kleuren. Destijds leverde dat de Golf GTI op, anno 2020 leidt dat tot de T-Roc Cabrio – een cabrio-SUV dus.

Nu kun je moeilijk over een gloednieuw concept spreken. Met respectievelijk de Murano CrossCabrio en de Evoque Convertible waagden ook Nissan en Range Rover zich eerder al aan het genre – met weinig succes overigens. Dat maakt het des te opmerkelijker dat uitgerekend een ‘serieuze’ constructeur zoals Volkswagen het aandurft om het gamma met een dermate frivole wagen te verrijken.

Nu schuilt er wel een logica achter deze beslissing. Na het verdwijnen van de open Golf en de dakloze Beetle zat Wolfsburg zonder cabrio. En in tijden waar auto’s zoals de T-Roc zowat de helft van de wagenverkoop vertegenwoordigen, kun je maar beter een SUV als basis gebruiken. Zeker omdat de markt van de klassieke cabrio op dit ogenblik slap in de touwen hangt.