- Score redactie /20
Zoals we al zagen met de C4 Cactus, is Citroën door de nieuwe baas opgedragen om zijn positionering te herzien en zich te beperken tot wat hij 'de essentiële auto' heeft gedoopt. Deze nieuwe commerciële strategie was natuurlijk niet moeilijk om door te voeren op de kleine C1, een stadsauto die zich per definitie onderaan de ladder van het gamma bevindt. Temeer omdat men er bij Citroën toch over heeft gewaakt dat de auto zich onderscheidt van zijn twee vertrouwde neven (de Peugeot 108 en de Toyota Aygo), met wie hij wel heel wat mechanische elementen deelt, en dan vooral van de Peugeot, die exclusiever en chiquer wil zijn. De C1 wil daarentegen jong en toegankelijk zijn, zoals blijkt uit de instapversie Start, die niet eens een stuurbekrachtiging heeft. Maar hoewel de marketingaanpak van deze drie stadsauto's meer verschillend lijkt dan voordien, hebben de C1, 108 en Aygo nog steeds een gemeenschappelijke technische basis. Ze worden nog altijd gebouwd in de Tsjechische fabriek in Kolin en delen al hun mechanische organen, te beginnen bij het platform, dat hetzelfde is als dat van hun voorgangers, maar dat grondig werd herwerkt met de bedoeling de stijfheid te vergroten en dus de veiligheid en de rijkwaliteiten te verbeteren. Minstens even interessant is dat de connectiviteit erop vooruitgaat, met een aanraakscherm met Mirror Screen-functie, zodat je de omgeving van je smartphone rechtstreeks kunt reproduceren op het scherm en op die manier toegang krijgt tot je persoonlijke functies en applicaties. Op motorisch vlak zijn er enkel nog benzines, want de diesel is door de uitstootnormen ter dood veroordeeld. Die vereisen voortaan namelijk een DeNox-katalysator, die te veel plaats inneemt en te duur is voor een kleine stadsauto.
Aandrijfgeheel: 122/160
De van Toyota afkomstige 1.0-driecilinder op benzine werd grondig herwerkt. Zijn rendement kon flink worden verbeterd, waardoor zijn verbruik met zo'n 10 procent daalt. Het is echter vreemd dat Citroën de basis-C1 een stop-startsysteem ontzegt. Het kost zo'n 300 euro, wat toch geen klein bier is. Maar hoewel de 1.0 vooral geschikt is voor gebruik in de stad, blijkt hij behoorlijk aangenaam, dankzij een vol karakter en een verbeterde geluiddemping.
Wegligging: 106/160
Hoewel hij nog steeds op het platform van zijn voorganger staat, is de nieuwe generatie van de C1 net zoals die van zijn Franse en Japanse neef duidelijk een heel pak overtuigender op het vlak van het weggedrag. Zowel de spoorbreedte als de ijking van de ophanging en de koetswerkstijfheid werden allemaal grondig verbeterd. Het resultaat is dat het onderstel niet langer door de mand valt en een betere nauwkeurigheid en een grotere efficiëntie biedt.
Veiligheid: 127/200
We moeten toegeven dat PSA en Toyota geen enorme inspanningen hebben geleverd op dit terrein. Natuurlijk moet de stijvere koets bijdragen aan de veiligheid bij een botsing, maar we vinden helaas geen enkele extra uitrusting zoals elders nochtans wel het geval is (automatische stadsremhulp in de Volkswagen Up of de Skoda Citigo, bijvoorbeeld). Spijtig voor een model dat als stadsauto meer wordt blootgesteld aan de risico's van een constant veranderende omgeving.
Comfort: 132/200
De ophanging werd nauwkeuriger, maar is toch nog altijd zacht en goed filterend. De grootste vooruitgang wordt echter geboekt met de voorstoelen, die een betere vulling en meer uitgesproken flanken kregen. De achterbank blijft smal en de rugleuning te recht, zodat er slechts twee niet al te grote volwassenen passen. De dikkere voorstoelen hebben de beenruimte achterin met 3 centimeter verkleind. De airco is een optie op het derde niveau maar standaard op het vierde.
Functionaliteit: 99/160
De koffer groeide dankzij een iets langere achteroverhang en de hogere hoedenplank met een paar tiental liter, tot 196 liter (of 180 liter met het optionele reservewiel). De toegang tot de koffer blijft echter lastig, door een weinig praktische greep en een hoge tildrempel. De moduleerbaarheid blijft erg eenvoudig, met een neerklapbare rugleuning, die pas vanaf het uitrustingsniveau Feel uit twee delen bestaat. De afwerking is nog wat plastiekerig, maar gevoelig beter dan voordien.
Budget: 79/120
De instapprijs van de Citroën C1 is echt interessant, nog meer zelfs dan die van een Peugeot 108 of Toyota Aygo. Maar dat is wel op voorwaarde dat je bereid bent enige toegevingen te doen, want de basisversie Start heeft zelfs geen stuurbekrachtiging. Anno 2014 is dat opmerkelijk. En dan is er nog het onderhoudsinterval, van 15.000 kilometer of 1 jaar. Dat is kort. Doorgaans ligt dat eerder rond de 20.000 - of zelfs 30.000 - kilometer of twee jaar.
Besluit: 655/1000
De vorige C1, die matig scoorde qua rijgedrag of interieurafwerking, ruimt baan voor een meer uitgekiende en verzorgdere generatie. Die is comfortabeler, praktischer (grotere koffer) en aangenamer om mee te leven, dankzij een kwalitatiever interieur, dat bovendien interessante mogelijkheden biedt op het vlak van connectiviteit - al is het Mirror Screen -systeem vandaag nog vrij beperkt. Het is nog afwachten of de lagere prijspositie van de Citroën zal volstaan om het verschil te maken met de Peugeot 108 en de Toyota Aygo en, vooral, met de binnenkort te verschijnen Renault Twingo, die al vergelijkbare tarieven belooft (9.650 euro voor de instapversie). Kortom, het wordt een hete winter onder de stadsauto's. In afwachting van die strijd is de C1 echter een degelijke auto, zelfs in deze basisvariant met zijn 1.0, die zich weliswaar het meest in zijn sas voelt in en om de stad, maar die aangenaam en zuinig uit de hoek komt.
U kunt de gedetailleerde wegtest van de Citroën C1 1.0 nalezen in AutoGids 910 van 17/9/2014.
In dit artikel : Citroën, Citroën C1