In het kort
-
Techniek
De van de VW Golf R en de TT-S overgenomen 2.0 TFSI is een echte bom, een karakter dat hij ook dankt ook aan het feit dat hij gekoppeld is aan een erg kort gespreide versnellingsbak. Het geheel is in elk geval explosief en het prestatieniveau is ongeëvenaard in de categorie van de veelzijdige stadsauto's. De A1 maakt op dat vlak het verschil, maar het verbruik is natuurlijk niet zijn sterke punt, integendeel. We kunnen ons voorstellen dat dat anders zal zijn voor zijn nakende afgeleide, de S1.
-
Wegligging
Dankzij de erg efficiënte vierwielaandrijving kun je het vermogen van de TFSI volledig benutten, temeer omdat ze het weggedrag van deze A1 evenwichtiger maakt. Er is echter nog altijd een lichte responstijd tussen het aansnijden van de bocht en de effectieve werking van de aandrijving, waardoor er een onderstuurmoment blijft - ook te wijten aan het gebrek aan koetswerkondersteuning. Dat verschijnsel is echter beperkt en al bij al komt de A1 Quattro aangenaam uit de hoek.
-
Veiligheid
Naast de vierwielaandrijving, die de stabiliteit van het weggedrag garandeert in slechte gripomstandigheden, heeft de A1 Quattro recht op alle verfijningen van de andere A1-versies. Om het plaatje compleet te maken mist deze supersportieve veelzijdige stadsauto enkel uitrusting die op dit moment is voorbehouden aan modellen uit hogere categorieën, zoals een dodehoekcontrole en spoorassistent. Dat zal naar alle waarschijnlijkheid iets voor de volgende generatie worden.
-
Comfort
Door zijn slappe schokdemping kan de A1 Quattro een relatief goed rijcomfort bieden. Het is in ieder geval perfect mogelijk hem dagelijks te gebruiken, zoals trouwens ook de kwaliteit van de geluiddemping en de voorstoelen suggereren. Praktisch is de A1 daarentegen geenszins: als gevolg van de omvangrijke kuipstoelen is de instap naar achteren moeilijk en de achterbank (voor slechts twee passagiers) is oncomfortabel door de korte zitting en de te rechte opstelling van de rugleuning.
-
Praktische kant
De A1 is sowieso al niet de meest praktische auto, en dat geldt des te meer voor deze Quattro-uitvoering, die niet alleen wordt gekenmerkt door een moeilijke instap naar de achterste zitplaatsen, maar ook door een koffervolume dat er met 60 liter op achteruitging doordat de torsieas van de andere versies werd vervangen door een volumineuzere meerarmige as. Kortom, je moet deze A1 nemen voor wat hij is: een sportieve auto en een collector's item, maar geen gezinsauto.
-
Budget
Met zijn 50.800 euro is de Audi A1 Quattro pakweg 20.000 euro duurder dan een Mini John Cooper Works of een Citroën DS3 Racing. Oké, die twee zijn minder krachtig, maar niet noodzakelijk minder goed uitgerust. Maar dat is nu eenmaal het principe van een collector's item, en daarbij: als dat kan helpen om de nakende S1 wat minder duur te maken... Hoe dan ook schijnt die prijs voor het doelpubliek geen probleem geweest te zijn, want de 333 exemplaren zijn al allemaal verkocht.
De A1 Quattro, een echt collector's item, is een compacte sportieveling zoals er wellicht nog nooit eentje gemaakt is. Met zijn explosieve TFSI kan hij heel wat sportwagens uit de hogere categorieën de duvel aandoen, terwijl zijn erg alerte vierwielaandrijving bijdraagt tot zijn evenwicht, temeer omdat ze het mogelijk maakt om het potentieel volledig te benutten, ongeacht de omstandigheden. Sommigen zullen misschien opwerpen dat alle exemplaren al verkocht zijn (en voor een exorbitante prijs nog wel), maar het echte goede nieuws is dat deze A1 Quattro binnenkort (op enkele details na) zijn comeback zal maken met S1-logo. En daarvan zullen er genoeg zijn voor iedereen.