In het kort
-
Techniek
De nieuwe en allereerste drukgevoede tweeliter van Lexus is best aangenaam, maar hij klinkt banaal en lust een stevige slok. Hij moet dan ook een leeggewicht van 1.840 kilo in beweging brengen. De automaat telt zes verhoudingen en kan prat gaan op een goede sturing, al treden af en toe schokjes op die vooral bij lage snelheid in druk verkeer merkbaar zijn. De NX mag dan wel een compacte SUV zijn, wendbaarheid is niet zijn sterkste troef, te wijten aan zijn grote draaicirkel (12,1 meter).
-
Wegligging
De NX kan een gezond en geruststellend weggedrag voorleggen, maar hij blinkt niet uit op het vlak van rijplezier. De oorzaak is een gebrek aan levendigheid en rijsensaties in het algemeen. Hij brengt het er op dit vlak gelukkig beter vanaf dan de hybride, die te kampen heeft met een gebrekkige schokdemping, maar we zijn nog ver verwijderd van het niveau van de BMW X3 en Audi Q5. Bovendien grijpen de remmen laat aan en zijn ze niet bestand tegen intensief gebruik.
-
Veiligheid
Lexus heeft niets aan het toeval overgelaten op het vlak van actieve veiligheid. Wie dat wil, kan de standaardvoorzieningen uitbreiden met een botswaarschuwing, een actieve snelheidsregelaar, een dodehoekcontrole, een spoorassistent en een systeem dat de auto en zijn inzittenden voorbereidt op een nakende aanrijding wanneer het toch nog fout zou gaan. Daar valt weinig op aan te merken. Zelfs de full led-lichten zijn standaard op alle versies.
-
Comfort
De ophanging biedt dankzij de efficiënte schokdemping een goed algemeen comfort en de inzittenden genieten bovendien van een voorbeeldig zitmeubilair en een erg verzorgde geluiddemping. Enkel op ruwe ondergrond steken uitgesproken rolgeluiden de kop op. De meeste mensen moeten een goede rijhouding kunnen vinden, terwijl de passagiers achterin de afwezigheid van een middentunnel ongetwijfeld appreciëren. De automatische airco met twee temperatuurzones is standaard.
-
Praktische kant
De NX is even lang als de Audi Q5 en BMW X3. Zijn wielbasis is echter korter, want zich achterin in iets minder beenruimte vertaalt. Het verschil is echter minder uitgesproken dan gevreesd. De koffer gaat prat op een mooi volume, op voorwaarde dat je het compartiment onder de laadvloer meerekent, en dat is niet zo handig. De kofferklep kan als optie voorzien worden van een elektromotor, maar die kwijt zich zo tergend traag van zijn taak dat je hem best links laat liggen.
-
Budget
Vreemd genoeg kost de NX 200t zo’n 10.000 euro meer dan de 300h, waarvan de technologie nochtans veel complexer is. De verklaring schuilt in het feit dat die in basislivrei geen vierwielaandrijver is en minder rijkelijk is uitgerust. Voor 52.000 euro had het navigatiesysteem echter standaard mogen zijn. Toch blijft de NX bij gelijke uitrusting 5 à 10 procent goedkoper dan zijn rivalen. De restwaarde blijft een vraagteken, maar een zo krachtige 2.0-turbo zal waarschijnlijk geen hoge toppen scheren.
Lexus verdubbelt zijn NX-aanbod met de introductie van deze 200t, een versie die heel wat aangenamer blijkt dan de 300h (weggedrag, comfort, rijplezier), maar ook beduidend minder interessant is op financieel vlak. In de praktijk verbruikt hij schrikwekkend veel en stoot hij bijgevolg veel uit, terwijl hij erg duur is, bij gebrek aan een meer toegankelijke Business-versie. Het lijdt dan ook geen twijfel dat de hybride NX de meest rationele keuze blijft (prijs, CO2, reëel verbruik). Wie lak heeft aan deze argumenten, koopt met de 200t echter een prettig rijdende SUV.