In het kort
-
Techniek
De motor van de Paceman Cooper SD is de '18d' van BMW, een tweeliter-diesel van 143 pk en 305 Nm met een soepel karakter die hier dwars onder de motorkap ligt. Hij wordt gekoppeld aan een voorbeeldig schakelende manuele zesversnellingsbak of de optionele zestrapsautomaat Steptronic. Wie de wilde reacties van de voortrein wil vermijden en wat vlotter uit de startblokken wil schieten, kan kiezen voor de vierwielaandrijving All4. Een stop-startsysteem is altijd standaard.
-
Wegligging
Ondanks zijn hogere koetswerk kan de Paceman het plezierige weggedrag voorleggen waarvoor Mini's bekendstaan. Tenminste op een goed wegdek en zolang je niet op het scherp van de snee rijdt. Op een slecht wegdek stuitert hij alle kanten op en bij een al te dynamische rijstijl gaat hij flink ondersturen. In beide gevallen komt de nauwkeurigheid sterk in het gedrang. Wat de springerige reacties betreft, zou de basisophanging (een gratis optie) misschien soelaas kunnen bieden.
-
Veiligheid
Qua passieve veiligheid (airbags en dergelijke) kunnen we de Paceman weinig aanwrijven. Hij heeft (nog) geen EuroNCAP-beoordeling, maar we zien niet in waarom hij minder goed zou doen dan de Countryman, die in 2010 vijf sterren kreeg. Wat moderne actieveveiligheidssnufjes zoals een dodehoekcontrole of een spoorassistent betreft, is de Mini echter minder goed bedeeld, want die zijn gewoonweg niet verkrijgbaar. Het standaard ESP kwijt zich - gelukkig - goed van zijn taak.
-
Comfort
Met de (standaard) sportophanging in combinatie met achttienduimvelgen is het rijcomfort op een slecht wegdek of zelfs geïsoleerde wegoneffenheden ronduit abominabel. Op een goed wegdek valt er echter weinig op aan te merken en worden koetswerkbewegingen netjes onder controle gehouden. Bij hoge snelheden heb je wel wat last van stroomlijngeluiden ter hoogte van de A-stijlen. De stoelen zitten voorbeeldig, ook de achterste. Bovendien heb je ook achterin voldoende plaats.
-
Praktische kant
Als gevolg van de schuin aflopende achterpartij kan de Paceman iets minder bagage vervoeren als de Countryman, maar voor een Mini is hij toch nog behoorlijk praktisch. Zo kan de koffer worden voorzien van allerhande hulpmiddeltjes om de ruimte in te delen of bagage vast te zetten en is er ook nog een vak onder de vloer. Binnenin kunnen specifieke opbergelementen worden vastgeklikt op de rails tussen de stoelen, terwijl de twee achterstoelen makkelijk kunnen worden neergeklapt.
-
Budget
De Paceman is niet goedkoop. De Cooper en Cooper D kunnen nog door de beugel qua basisprijs (respectievelijk 23.950 en 25.700 euro), maar onze Cooper SD kost 30.500 euro, zonder opties, die de factuur nog met duizenden euro's de hoogte kunnen injagen. Gelukkig zijn Mini's tweedehands over het algemeen erg gegeerd, al weten we nog niet of dat ook het geval zal zijn voor deze eigenwijze SUV-coupé. De garanties zijn klassiek en een indicator laat weten wanneer onderhoud vereist is.
Hoewel hij er best in geslaagd is ons te charmeren, heeft de originele Mini Paceman Cooper SD als auto toch enkele belangrijke gebreken. Zo is zijn weggedrag op het scherp van de snee of op een slecht wegdek beneden alle peil, gaan moderne rijhulpsystemen als een dodehoekcontrole of spoorassistentie compleet aan hem voorbij en wist hij niet bijzonder te overtuigen op het vlak van verbruik of prestaties. Daarentegen vertoont hij wel een prettig en snedig weggedrag bij een normale tot vlotte rijstijl, kan hij voor de liefhebbers besteld worden met vierwielaandrijving en een automaat en is hij naar hartenlust personaliseerbaar. Dat brengt ons echter bij het grootste minpunt: een basisprijs van 30.500 euro voor de Cooper SD - bijna 5.000 euro meer dan de prijs van de basisdieselversie Cooper D... - of een totaal prijskaartje (opties inbegrepen) van 40.980 euro in het geval van onze testauto is toch echt aan de hoge kant...