In het kort
-
Techniek
Met zijn maximumkoppel van 250 Nm tussen 1.500 en 2.500 o/m komt de 1.6 TDI mooi elastisch uit de hoek. Daarmee kan hij dus de allerlaagste toerentallen slikken. Hij heeft ook een lange adem, maar staat vooral bekend voor zijn zuinigheid. De spreiding van de vierde en vijfde verhouding zijn daar niet vreemd aan. De keerzijde is wel dat die hem verstikken bij de hernemingen, waarbij je dus maar beter kunt terugschakelen. De manuele vijfbak laat gelukkig wel aangenaam bedienen.
-
Wegligging
De lange wielbasis maakt de Spaceback stabiel in bochten en staat garant voor een goed rijcomfort. De ophanging is trouwens in die zin afgesteld. De ontoereikende schokdemping vertaalt zich in pompneigingen op grote wegoneffenheden, een typisch kenmerk van VW-producten, dat echter niets afdoet aan de stabiliteit. Op slecht wegdek raakt de voortrein echter al snel verzadigd onder het gewicht van de 1.6 TDI. De Rapid vertoont ook een uitgesproken onderstuurneiging.
-
Veiligheid
Met standaard zes airbags en ESP biedt de Rapid Spaceback wat je vandaag als 'het wettelijke minimum' zou kunnen bestempelen. Het volstond in elk geval om de maximumscore van vijf sterren te behalen bij de EuroNCAP. Je kunt het veiligheidsniveau echter niet verhogen, aangezien de constructeur geen enkele optie in die zin biedt in de catalogus, met uitzondering van een bandendrukcontrole. Dat is ook waarom de Rapid hierboven geen punten krijgt voor 'Crashpreventie'.
-
Comfort
Dankzij de lange wielbasis genieten de passagiers op de achterbank veel beenruimte voor het segment. Door de beperkte interieurbreedte is ze echter maar geschikt voor twee volwassenen. De voorstoelen bieden een goede zijdelingse steun, maar door de verstelling in trappen kan de helling van de rugleuning niet zo fijn worden afgeregeld. De assemblage is uitstekend, maar zachte materialen zijn niet te vinden. De geluiddemping is correct, al laat de 1.6 TDI van zich horen, zeker koud.
-
Praktische kant
De afgeknotte achtersteven vermindert de bagageruimte met 135 liter, maar je geraakt zo wel makkelijker tot achteraan in de koffer. Door zijn compactere formaat is de Spaceback ook makkelijker bij het manoeuvreren, maar de ruimte op de achterbank bleef onaangeroerd. We betreuren alleen dat de ingenieurs niet van de gelegenheid gebruik hebben gemaakt om de tildrempel op het niveau van de laadvloer te brengen. In ruil daarvoor hebben ze wel een verstelbare bodem geïntroduceerd.
-
Budget
De Rapid volgt de Octavia op, die zelf een niveau is opgeklommen. Skoda heeft zijn prijzen dus zodanig bepaald om het tarief van de Rapid te laten overeenkomen met het model dat hij vervangt: 15.000 tot 19.000 euro, afhankelijk van de motorversie. Daar komt nog eens 500 tot 850 euro bij voor een Spacebackversie met een kleinere koffer. En dat wordt niet gerechtvaardigd met een uitgebreide uitrusting. Gelukkig blijft de verhouding kwaliteit-prijs-binnenruimte uitstekend... voorlopig.
De Rapid Spaceback vertoont een profiel dat meer doet denken aan dat van een Audi A3 Sportback, om binnen de familie te blijven. Dat krikt zijn status op en zou heel wat mensen moeten aanspreken. Natuurlijk beperken zijn nieuwe proporties de kofferinhoud, die echter toch groter blijft dan bij concurrenten met vergelijkbare afmetingen. Daarmee is hij ideaal gepositioneerd voor wie de Fabia te klein vindt, maar de Octavia te groot (geworden). Het is alleen jammer dat hij niet in de buurt komt van het afwerkingsniveau en de rijeigenschappen van die laatste. Al zijn we daarmee misschien wat veeleisend, gezien het gevraagde prijskaartje. Anderzijds vragen we ons wel af wat de hogere prijs rechtvaardigt van de Spaceback in vergelijking met de berline (500 tot 850 euro afhankelijk van het uitrustingsniveau). Hij biedt weliswaar wat extra uitrusting, maar daarmee klopt de rekening nog niet...