In het kort
-
Wegligging
Dit is de eerste dieselmotor van Subaru, een tweeliter met twee per twee horizontaal tegenover elkaar liggende cilinders. Anders zou Subaru namelijk Subaru niet zijn... Deze unieke boxer-diesel was het wachten waard. Qua rendement heeft hij alle kenmerken van een goede viercilinder in lijn, met daarbovenop de zijdezachte verfijning van een zescilinder. De Legacy nam deze motor als eerste in gebruik met een manuele vijfversnellingsbak, de Forester krijgt er een zesde bij, al moet hij wel zijn reductieverhouding opgeven. Behalve de moeizame versnellingsbakbediening rijdt deze Forester op alle ogenblikken zalig
-
Veiligheid
De diameter van de voorste schijven werd vergroot gezien het meergewicht als gevolg van de dieselmotor. De Forester blijft trouw aan zijn vierwielaandrijving met drie differentiëlen,maar heeft een centrale viscokoppeling (om het koppel door te geven aan de as met het meeste grip) en een dynamische stabiliteitscontrole (VDC) met geïntegreerde vertrekhulp op hellingen (HSA) en antispinsysteem (TCS), dat het sperdifferentieel achteraan overbodig maakt. De nominale verdeling van het koppel over de assen bedraagt 50-50. De lay-out van de overbrengingsassen is symmetrisch, met het voordeel van het erg lage zwaartepunt ? dankzij de boxerarchitectuur.
-
Comfort
Een Subaru heeft een soepele ophanging, of hij nu sportief is of niet. De Forester, dé allewegenauto voor ontspannen rijden, is geen uitzondering op die regel. Een wilde rijstijl bevalt hem niet echt, al blijft het serene karakter van zijn weggedrag wel onaangetast. Het geluid van de boxerdiesel lijkt op dat van een boxer op benzine... maar dan beter, want hij gaat minder hoog in de toeren en kweelt dus minder.Van trillingen is geen sprake. Een ruw wegdek brengt echter al snel rolgeluiden mee. De airco is zoals het hoort voor een all weather-auto met vierwielaandrijving (ontdooiing, ontwaseming).
-
Praktische kant
De Forester 2.0 D onderscheidt zich door de luchtinlaat voor de intercooler op de motorkap, zoals in de goeie ouwe tijd, waarin benzinemodellen zonder al te veel wijzigingen een diesel onder de kap kregen. Bij Subaru is deze inplanting erg geslaagd, want de 2.0 D biedt meer rijcomfort dan de 2.0.Verder plukt de dieselversie alle vruchten van het nieuwe koetswerk, met een hogere gordellijn en een ruimer interieur, vooral achterin en in de koffer. De basisuitrusting omvat al verwarmbare voorstoelen en ruitenwissers, koplampsproeiers, enzovoort. Kortom, dit is een cross-over voor de winter.
-
Budget
De boordcomputer wekte de hoop dat het gemiddelde verbruik minder dan 8 l/100 km zou bedragen. In werkelijkheid raakte onze Forester 2.0 D niet onder die waarde, die echter nog altijd flatterend is voor een vierwielaangedreven auto waarvan de drie differentiëlen constant gebruikt worden. Met een zuinige rijstijl kun je echter wel aan 6,5 l/100 komen.Het minder goede rendement van de vele generaties benzineboxers die elkaar tot dusver zijn opgevolgd, is meteen vergeten... Deze geslaagde overstap naar diesel maakt het mogelijk om eindelijk zonder beperkingen te genieten van de troeven van het model, met uiteindelijk een veel hogere restwaarde.
In de loop der jaren en door koppig originele keuzes te blijven maken is Subaru erin geslaagd om heel wat sympathie op te bouwen bij auto(sport)liefhebbers. De combinatie vierwielaandrijving en boxermotor, die geïdealiseerd wordt door de drukgevoede Impreza's (WRC, WRX of WRX STi), valt nog steeds in de smaak. Tot dusver had het in stand houden van dat concept echter meer iets van een militant pleidooi dan van een rationeel argument. Tenminste zolang er alleen benzine kon worden verstookt (in flinke hoeveelheden dan nog). Nu er een op alle vlakken (prestaties, soepelheid, levendigheid, geluid, rijcomfort, rijplezier en verbruik) schitterend dieselalternatief voorhanden is, zijn alle bezwaren weggevallen, in zoverre dat de Forester 2.0 D onder de compacte SUV's een aanbod is waar je niet omheen kunt. Een echt koopje zelfs, als je rekening houdt met de prijslijst en met het merkimago.