Concept
Vrijwel gelijktijdig met de gewone Q4 e-Tron en zijn klassiekere SUV-koetswerklijnen lanceerde Audi ook een Sportback-variant van zijn elektrische middenklasse-SUV. Die is exact even lang en breed (4.588 en 1.865 millimeter), maar een fractie minder hoog (1.614 tegenor 1.632 millimeter). Het voornaamste verschil zit hem in zijn daklijn, die veel sneller weer begint af te lopen, om uit te monden in een gestileerde achterklep met een mooi geïntegreerde kofferspoiler.
Wie mooi wil zijn, moet lijden, zegt een oude volkswijsheid, en jawel, voor dat esthetisch geslaagde kontje betaal je inderdaad een prijs. Het zicht naar achteren gaat er namelijk fors op achteruit: niet alleen deelt die spoiler je gezichtsveld in tweeën, je merkt in de achteruitkijkspiegel vooral hoe laag de achterruit is. Weet ook dat de Q4 e-Tron als Sportback er zijn achterruitwisser bij inschiet.
Het goede nieuws is dat we daarmee het slechte nieuws gehad hebben: de impact van die dalende daklijn op de hoofdruimte achterin is beperkt, en je kunt nog altijd een stel opgeschoten pubers op de achterbank kwijt – beenruimte hebben die in elk geval in overvloed. En dat de koffer enkele tientallen liters aan maximumvolume inboet, valt in de praktijk niet eens op: met 535 tot 1.460 liter is er dan ook geen enkele reden tot klagen.
Voorin is er geen verschil met de gewone Q4 e-Tron. We vinden hier dezelfde bestuurderspost terug, die wat klassieker is ingericht dan die van de ID.4, de Volkswagen waarmee deze Audi zijn hardware deelt. Dat ‘klassieker’ mag je trouwens als een compliment lezen: de gebruikte materialen zijn van een betere kwaliteit, en de ergonomie vaart wel bij enkele extra knoppen (onder meer voor de airco). Weet wel dat Audi je stevig in de buidel laat tasten voor een all-inervaring; onze testauto sleepte voor zowat 20.000 euro aan opties mee… waarvan een aantal nochtans warm aanbevolen of zelfs onmisbaar.
Rijgedrag
Eén zo’n onmisbare optie is de gestuurde ophanging. Die voegt in de Comfort-stand een aangename souplesse toe aan de voor de rest nogal droge onderstelreacties, die onvermijdelijk nog in de hand gewerkt werden door de reusachtige velgen onder onze testauto – 21 duim maar liefst. Op echt slechte wegen hebben zelfs die adaptieve schokdempers daarop geen antwoord meer klaar, en ook aan de storende rolgeluiden die deze karrenwielen op een grove ondergrond genereren, kunnen ze natuurlijk niks verhelpen.
Voor deze kennismaking konden wij beslag leggen op een e-Tron 40, de middelste versie uit het gamma en volgens ons ook de interessantste. Ze koppelt namelijk de grote batterij van 77 kWh aan enkel achterwielaandrijving en blijft zo gespaard van de extra ballast van de e-Tron 50, met een gunstig effect op het rijbereik tot gevolg: Audi geeft voor de e-Tron 40 Sportback een WLTP-actieradius op tot 518 kilometer – al gaat daar wel 50 kilometer af als je hem bestelt met die 21-duimers.
Maar grote velgen of niet, onze testauto wist ons aangenaam te verrassen met zijn verbruik: blijf je van de snelwegen weg, dan is minder dan 15 kWh/100 km perfect mogelijk. Bij 120 km/u eist de frontale oppervlakte daarentegen onvermijdelijk haar tol, en moet je eerder rekenen op 18 à 20 kWh/100 km. Het betekent hoe dan ook dat wij in onze hoogzomeromstandigheden uit een volle batterij probleemloos 450 à 480 kilometer konden halen.
En neen, voor dat mooie resultaat hoef je helemaal niet als een asceet rond te rijden, maar kun je af en toe genieten van de stevige duw in de rug waarop de 204 pk en vooral de 310 Nm je trakteert. Toch is ook de Q4 e-Tron Sportback geen scheurijzer – zijn ‘snelle’ looks ten spijt. Op een bochtig traject kan hij trouwens op geen enkel moment verbergen dat hij rijklaar meer dan 2,1 ton op de weegschaal zet. Forceren heeft dan ook geen zin; bij een vloeiende, vlotte rijstijl valt alles netjes in de plooi.
Verdict
De snellere looks van de Sportback-variant veranderen de Audi Q4 e-Tron niet wezenlijk: hij blijft bijna net zo praktisch als zijn klassiekere broertje en rijdt nog altijd erg aangenaam, zij het misschien niet zo sportief als zijn spannende kleedje (en zijn enorme optionele velgen) doen vermoeden. Daar gaan we niet moeilijk over doen, maar het minder goede zicht achteruit zou wél een breekpunt kunnen zijn, net als de meerprijs. Alhoewel, die 2.000 euro valt bijna in het niet bij het bedrag dat je sowieso kwijt zult zijn aan opties…
7
