Korte tests / Volkswagen Golf 1.0 eTSI - meer met minder?

Concept

De Golf is traditioneel de bestseller binnen het Volkswagen-gamma. En het is niet moeilijk te begrijpen waarom: een Golf is een allemansvriend, een auto die weliswaar nergens in uitblinkt, maar tegelijk – en vooral – op geen enkele uitschuiver te betrappen is. Toch zaait de achtste generatie sinds zijn lancering begin 2020 wat twijfels. Omdat de kwaliteitsindruk in zijn interieur wat minder goed is dan in de voorganger. En omat zijn nieuwe aanraakinterface op ergonomisch vlak zeker geen verbetering is – en bovendien nogal wat kinderziektes vertoonde.

Als totaalpakket blijft de Golf evenwel moeiteloos overeind. Hij biedt behoorlijk wat binnenruimte binnen een compact formaat, en ondanks de digitale revolutie die in zijn interieur plaatsvond, is het een auto die je nog altijd snel op je gemak stelt – de basics van die aanraakinterface heb je snel onder de knie. Ook al omdat de gewone Golf in tegenstelling tot de GTI en consorten nog een stuurwiel met échte knoppen behoudt.

Het motorpalet van de Golf VIII begint bij de eenliter-TSI, die verkrijgbaar is met 90 of 110 pk, zoals hier. In combinatie met de optionele DSG-versnellingsbak beschikt deze driecilinder over mildhybride ondersteuning. Net als bij de 1.5 eTSI zijn de componenten van dat systeem overigens wat slordig weggewerkt in het interieur, ‘open en bloot’ onder de bestuurder- en passagagiersstoel. Anderzijds blijft daardoor wel het laadvolume gevrijwaard: 380 liter is evenveel als in de manuele versie zonder die elektrische hulp.

Rijgedrag

Natuurlijk is de Golf met deze eenliter geen spurtbom, maar zijn 110 pk en 200 Nm vanaf 2.000 o/m hebben verrassend weinig moeite met de 1,3 ton van deze middenklasser. In elk geval hebben we op geen enkel moment het gevoel gehad vermogen tekort te komen of de motor voortdurend te moeten uitpersen om het verkeer te volgen. Ook de trillingen of de brom die eigen zijn aan de driecilinderarchitectuur, worden keurig gedempt.

Een mooie bondgenoot in dit verhaal is de DSG-versnellingsbak, die naadloos en supersnel zijn zeven verhoudingen aan elkaar rijgt. In de D-stand heeft de sturing wel haar vertrouwde neiging om zo snel mogelijk op te schakelen. Om vlug in een gaatje te duiken op de snelweg – bijvoorbeeld in fileverkeer – is het daarom aanbevolen eerst even aan het DSG-hendeltje op de middenconsole te trekken om de Sport-stand te activeren.

De mildhybride ondersteuning vertaalt zich in de praktijk vooral in een benzinemotor die losgekoppeld of zelfs stilgelegd wordt bij het uitrollen (enkel met de DSG in D weliswaar). En in een uitgesproken motorrem... maar dan alleen wanneer de radar een voorligger detecteert. In sommige situaties maakt dat het wat moeilijker om het rempedaal te doseren. De elektrische hulp draagt wel bij tot een mussendorst: met ons gemeten gemiddelde van 5,2 l/100 km haal je bijna 1.000 kilometer uit een volle tank.

Het onderstel (in dit geval de standaardversie, dus zonder de optionele gestuurde schokdempers) biedt een mooi compromis tussen comfort en dynamiek, mede dankzij een stuur dat misschien niet hypercommunicatief is, maar wel uiterst nauwkeurig. Op dat vlak rijdt deze eenliterversie niet wezenlijk anders dan de rest van het Golf-gamma: complexloos, maar goed.

Verdict

De 110 pk sterke 1.0 eTSI doet het uitstekend in de Volkswagen Golf. Zo goed zelfs dat hij voor de gemiddelde koper de 1.5 eTSI overbodig maakt. Meer nog, met zijn lage fiscale lasten en spaarzame karakter kan deze eenliterversie ook een interessant alternatief zijn voor de ruim 2.000 euro duurdere 2.0 TDI. Een besparing die welkom is, want een Golf is zo al duur genoeg.