Vergelijkende test / 11 sportievelingen : Speeltijd

Hoewel er steeds meer wordt gepraat over “groene” auto’s, beleven de sportievelingen tegenwoordig een nieuwe jeugd. Zo heeft Ford ons eindelijk de Focus gegeven waarop alle liefhebbers zaten te wachten (de RS), monteerde Audi een V10 in zijn R8, vernieuwde Renault zijn legendarische Clio RS en ontwikkelde het zijn Mégane verder om er een echte circuitauto van te maken (de R26.R). BMW blijft geschiedenis schrijven met zijn M3, Suzuki nam de leiding in het klassement van de kleine sportievelingen met zijn Swift Sport en Fiat blies het merk Abarth nieuw leven in. Volkswagen ten slotte heeft de zesde generatie van de Golf GTI gelanceerd, terwijl de Oostenrijkse tweewielerspecialist KTM het met zijn X-Bow, een machine zonder dak noch voorruit die regelrecht uit een Batman-strip lijkt te komen, gemunt heeft op het meest extreme model van Lotus – de Exige. Een bonte bende.

Maar temidden van al dat vuurwerk is er één nieuwigheid die de andere overschaduwt: de Nissan GT-R, een Japanse volbloed die zopas de wildste versie van de Porsche 911 – de Turbo – in het zand heeft doen bijten op zijn eigen terrein, het grote circuit van de Nürburgring. Maar één veldslag betekent nog niet dat je de oorlog hebt gewonnen, en het spreekt voor zich dat Zuffenhaussen werkt aan een antwoord op deze vernedering, wellicht met de voor deze herfst verwachte 911 Turbo. In afwachting dat we die twee met elkaar kunnen confronteren – en ondanks de spijtige afwezigheid van de 911 GT3 bij dit zomerse steekspel –, laten we deze elf bolides het tegen elkaar opnemen.