Test Dacia Logan 1.4, Kia Picanto 1.0, Toyota Aygo 1.0 & Volkswagen Fox 1.2

Met een auto van 4,25 meter voor 7.500 euro gooit Dacia een flinke knuppel in het hoenderhok. Qua rijcomfort en weggedrag werd hij behandeld als een grote (die hij ook is), en bovendien geniet hij een riante binnenruimte en een fatsoenlijke koffer. Voor wie echt niet meer kan besteden dan dit bedrag, is er dus maar één keuze, en dat is deze. Maar dan moet je tevreden zijn met een uitrusting die echt wel karig is, en moet je het stellen zonder stuurbekrachtiging, wat een stevige domper zet op het rijplezier. Met een kleine financiële inspanning, die gerechtvaardigd is door de rijkere uitrusting, is de Fox, die standaard beschikt over een bekrachtigd stuur, "intelligenter". Hij is compacter, maar niet minder ruim, veel flexibeler (dankzij de verschuifbare en neerklapbare achterbank... ook al standaard) en levendiger, dankzij de kleine motor die veel aangenamer is dan de Frans-Roemeense 1.4. Hij biedt het meeste waar voor zijn geld en wint daardoor deze vierkamp, op de hielen gezeten door de Logan. Achter dit duo volgt de Picanto. Hij pakt nog altijd uit met een competitieve prijs, ook al moet je voor het tweede afwerkingsniveau kiezen om te beschikken over het minimum aan uitrusting nodig voor enig rijplezier in het dagelijkse verkeer. Maar aangezien de meerkosten
beperkt zijn, is het hem vergeven. Hetzelfde kan niet gezegd worden van de Aygo (een exacte kopie van de Citroën C1 en de Peugeot 107 overigens). Deze Japanner ziet er aantrekkelijk uit, is erg compact en dus erg handig in de stad, maar heeft te lijden onder een weggedrag en een rijcomfort die hem weinig aangenaam maken op lange trajecten. Terwijl hij door zijn erg kleine interieurruimte (achterin) en dito koffervolume ook niet zo praktisch is. Die tekortkomingen zouden allemaal niet zo erg geweest zijn als de prijs aantrekkelijker was...