Vergelijkende test / Honda CR-V 1.6 i-DTEC 120, Nissan Qashqai 1.6 dCi 130, Renault Kadjar 1.6 dCi 130 en Toyota RAV 4 2.0 D-4D

De nieuwe SUV in het middenklassegamma van Renault is niet langer een hertekende Koreaan... maar een Japanner. Voor de Koleos, waarmee het Franse merk zijn eerste stapjes zette in het in Europa nog altijd explosief groeiende segment van de SUV’s, had Renault een beroep gedaan op partner Samsung en gewoon wat details veranderd aan het aandrijfgeheel en de afstelling van de ophanging alvorens zijn eigen logo op de Koreaanse QM5 te kleven. Een wat goedkope strategie, die niet tot het verhoopte succes heeft geleid. Voor dit tweede offensief stemde Carlos Ghosn, de grote baas van de Alliantie Renault-Nissan, ermee in dat Renault en Nissan hetzelfde platform zouden delen. Concreet gaat het om de jongste modulaire architectuur van de groep (CMF-CD, voor Common Module Family voor het C- en D-segment), die onder meer dienstdoet voor de huidige Nissan Qashqai. Op die manier kan Renault deze keer beschikken over een basis die veel beter aansluit bij de verwachtingen van de Europese markt, zowel technisch als qua uitrustingsmogelijkheden. En tegelijk kunnen de Fransen profiteren van de ervaring die Nissan heeft opgedaan met de eerste generatie van zijn succesmodel. Concreet zou de Kadjar 60 procent van zijn onderdelen gemeenschappelijk hebben met de Qashqai, maar gelukkig gaat het dan vooral om niet-zichtbare elementen. Hoedje af overigens voor het werk van Renaultdesignbaas Laurens van den Acker, die erin is geslaagd om de Kadjar een eigen identiteit te geven en om hem perfect te laten aansluiten bij de hedendaagse stijl van de rest van het gamma – iets wat bij de Koleos nooit echt gelukt is, als we eerlijk mogen zijn. Op praktisch vlak voegen we nog toe dat de Kadjar in Europa wordt gebouwd: hij rolt samen met de Mégane van de band in de Renault-fabriek in het Spaanse Palencia. Zijn Nissan-neefj e behoudt zijn thuis in het Britse Sunderland.

De échte pionier van dit genre, de Toyota RAV4, blijft daarentegen een Japanner van de zuiverste soort: hij is ontwikkeld én wordt geassembleerd in het land van de Rijzende Zon en zet van daaruit zijn wereldwijde carrière rustig verder. Nog zo’n wereldspeler is de CR-V, die Honda net heeft opgefrist met een paar cosmetische en technische retouches, bedoeld om zijn verleidingskracht te versterken op de diverse markten waar hij actief is. In Europa kan hij vandaag bijvoorbeeld rekenen op een 1.6-diesel, die de Japanners speciaal voor onze contreien hebben ontwikkeld.