Test Megameerkamp rond de nieuwe Renault Mégane en Volkswagen Golf

De overwinning van de Golf illustreert vooral het bijzonder homogene karakter van het model, dat zonder de kwaliteiten van de vorige generatie (afwerking, binnenruimte, rijplezier) te verwaarlozen flink vooruitgang boekt inzake comfort en geluiddemping. De nieuwe Mégane eindigt tweede. De Renault werd niet alleen veel klassieker, maar ook makkelijker om mee te leven, terwijl hij niet buitensporig duur is. Het enige minpuntje is dat de geluiddemping van de dci beter had mogen zijn. De Peugeot 308 eindigt op de derde plaats. Hij schuift zijn binnenruimte, zijn gebruiksvriendelijkheid en zijn gulle uitrusting naar voren. Mooie argumenten, die echter jammer genoeg wel gepaard gaan met een nogal hoge verkoopprijs. De Focus, die de vierde plaats bezet, staat nog altijd zijn mannetje. De Ford is bijzonder interessant om mee te rijden, maar hij had bij zijn facelift meer vooruitgang mogen boeken wat betreft de geluiddemping of de algemene kwaliteit van de materialen. De Kia eindigt vlak voor de Hyundai. Deze rationele keuze bij uitstek kan een interessantere verkoopprijs voorleggen, evenals een unieke garantie van zeven jaar. De Auris, die ontworpen is als een eenvolumer, profileert zich als een degelijke berline die comfort en ruimte biedt. Geen uitmuntende cocktail, maar wel efficiënt, zonder meer.Alleen zijn afwerkingskwaliteit laat te wensen over,wat erg vreemd is voor een Toyota. De licht gefacelifte Citroën C4 eindigt op de achtste plaats. Hij is nog altijd even comfortabel en efficiënt, maar we hadden gehoopt dat hij er qua ergonomie nog meer op was vooruitgegaan en dat zijn hdi net als die van de 308 zou kunnen genieten van een manuele zesversnellingsbak. Na de Citroën komt de Lancia Delta, die op heel wat vlakken origineel uit de hoek komt. Binnenin gaat de Italiaanse charme gepaard met een onevenaarbare sfeer, een volledige uitrusting en kwaliteitsvolle materialen. Jammer dat de stoelen zo slecht ontworpen zijn en dat het rijplezier zo beperkt is. Op de tiende plaats vinden we de Leon, die verre van een slechte auto is (het is zelfs een van de beste driver's cars uit deze test), maar die vooral zondigt door een ondermaatse geluiddemping en een sober en stilaan verouderd interieur (ergonomie). De Fiat eindigt een beetje onterecht als laatste, door de schuld van zijn minder goed ophangingscomfort en een beperkte ruimte op de achterste plaatsen. Met zijn nieuwe Multijet-motor van 1,6 liter is hij echter nog altijd erg aangenaam. Bovendien is hij in zijn segment ontegensprekelijk een van de auto's die er het verzorgdst uitziet (koetswerkstijl, interieursfeer), een troef waarmee hij ook heel wat klanten over de streep moet kunnen trekken.